Frans

Uitgebreide synoniemen voor usage in het Frans

usage:

usage [le ~] zelfstandig naamwoord

  1. l'usage
    l'application; l'utilisation; l'usage; la mise à prix; la mise; l'emploi
  2. l'usage
    l'application; l'usage; l'utilisation; l'emploi
  3. l'usage
    l'application; l'usage; l'emploi
    • application [la ~] zelfstandig naamwoord
    • usage [le ~] zelfstandig naamwoord
    • emploi [le ~] zelfstandig naamwoord
  4. l'usage
    l'habitude; l'usage; l'emploi; la coutume; la tradition
    • habitude [la ~] zelfstandig naamwoord
    • usage [le ~] zelfstandig naamwoord
    • emploi [le ~] zelfstandig naamwoord
    • coutume [la ~] zelfstandig naamwoord
    • tradition [la ~] zelfstandig naamwoord
  5. l'usage
    le langage; l'usage
    • langage [le ~] zelfstandig naamwoord
    • usage [le ~] zelfstandig naamwoord
  6. l'usage
    la coutume; l'usage; l'usage populaire; la coutume nationale
  7. l'usage
    l'usage verbal; l'usage
  8. l'usage
    la tradition; la coutume; la légende; le conte; l'habitude; l'usage; le mythe
    • tradition [la ~] zelfstandig naamwoord
    • coutume [la ~] zelfstandig naamwoord
    • légende [la ~] zelfstandig naamwoord
    • conte [le ~] zelfstandig naamwoord
    • habitude [la ~] zelfstandig naamwoord
    • usage [le ~] zelfstandig naamwoord
    • mythe [le ~] zelfstandig naamwoord
  9. l'usage
    l'usage
    • usage [le ~] zelfstandig naamwoord

Alternatieve synoniemen voor "usage":


Verwante synoniemen voor usage