Frans

Uitgebreide vertaling voor combat (Frans) in het Nederlands

combat:

combat [le ~] zelfstandig naamwoord

  1. le combat (bagarre; bataille; lutte; mêlée; rixe)
    het gevecht; matpartij; de vechtpartij; het strijden; het handgemeen; de knokpartij; de kloppartij
  2. le combat (bataille; lutte; guerre)
    de strijd; de veldslag; de slag
    • strijd [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • veldslag [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • slag [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
  3. le combat (bataille; bataille rangée)
    de veldslag; de slag
    • veldslag [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • slag [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
  4. le combat (concours)
    vechten; het strijden
    • vechten [znw.] zelfstandig naamwoord
    • strijden [het ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor combat:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
gevecht bagarre; bataille; combat; lutte; mêlée; rixe conflit; discorde; dispute; démêlé; heurt; litige; lutte; polémique; querelle
handgemeen bagarre; bataille; combat; lutte; mêlée; rixe accrochage; bagarre; escarmouche
kloppartij bagarre; bataille; combat; lutte; mêlée; rixe
knokpartij bagarre; bataille; combat; lutte; mêlée; rixe
matpartij bagarre; bataille; combat; lutte; mêlée; rixe
slag bataille; bataille rangée; combat; guerre; lutte catégorie; claque; classe; classe sociale; contrecoup; coup; coup de poing; déception; désillusion; espèce; genre; groupe social; ordre; race; rang; sorte; subdivision; torgnole; tuile; type; variété
strijd bataille; combat; guerre; lutte compétition; concours; conflit; course; discorde; dispute; démêlé; guerre; heurt; jeu; litige; lutte; match; polémique; querelle; rencontre
strijden bagarre; bataille; combat; concours; lutte; mêlée; rixe
vechten combat; concours
vechtpartij bagarre; bataille; combat; lutte; mêlée; rixe bagarre
veldslag bataille; bataille rangée; combat; guerre; lutte
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
strijden combattre; lutter; se bagarrer; se battre; se cogner
vechten aller sur le pré; battre le fer; castagner; combattre; lutter; se bagarrer; se battre; se battre en duel; se chamailler; se cogner; se quereller; tabasser; taper dur

Synoniemen voor "combat":


Wiktionary: combat

combat
noun
  1. action par laquelle on attaquer et l’on se défendre.

Cross Translation:
FromToVia
combat gevecht; slag; kamp; strijd; veldslag; treffen combat — a battle; a fight; a struggle for victory
combat gevecht fight — occasion of fighting
combat gevecht fight — martial arts match
combat worsteling grapple — a close hand-to-hand struggle
combat krijgsvoering; oorlogvoering; strijd warfare — Military operations of some particular kind

combat vorm van combattre:

combattre werkwoord (combats, combat, combattons, combattez, )

  1. combattre (se battre; lutter)
    vechten; strijden; kampen; strijd voeren
    • vechten werkwoord (vecht, vocht, vochten, gevochten)
    • strijden werkwoord (strijd, strijdt, streed, streden, gestreden)
    • kampen werkwoord (kamp, kampt, kampte, kampten, gekampt)
    • strijd voeren werkwoord
  2. combattre (battre)
    bestrijden; bevechten; bekampen
    • bestrijden werkwoord (bestrijd, bestrijdt, bestreed, bestreden, bestreden)
    • bevechten werkwoord (bevecht, bevocht, bevochten, bevochten)
    • bekampen werkwoord (bekamp, bekampt, bekampte, bekampten, bekampt)
  3. combattre (engager la lutte; se battre; lutter; concourir en guerre)
    de strijd aanbinden
    • de strijd aanbinden werkwoord (bind de strijd aan, bindt de strijd aan, bond de strijd aan, bonden de stijd aan, de strijd aangebonden)

Conjugations for combattre:

Présent
  1. combats
  2. combats
  3. combat
  4. combattons
  5. combattez
  6. combattent
imparfait
  1. combattais
  2. combattais
  3. combattait
  4. combattions
  5. combattiez
  6. combattaient
passé simple
  1. combattis
  2. combattis
  3. combattit
  4. combattîmes
  5. combattîtes
  6. combattirent
futur simple
  1. combattrai
  2. combattras
  3. combattra
  4. combattrons
  5. combattrez
  6. combattront
subjonctif présent
  1. que je combatte
  2. que tu combattes
  3. qu'il combatte
  4. que nous combattions
  5. que vous combattiez
  6. qu'ils combattent
conditionnel présent
  1. combattrais
  2. combattrais
  3. combattrait
  4. combattrions
  5. combattriez
  6. combattraient
passé composé
  1. ai combattu
  2. as combattu
  3. a combattu
  4. avons combattu
  5. avez combattu
  6. ont combattu
divers
  1. combats!
  2. combattez!
  3. combattons!
  4. combattu
  5. combattant
1. je, 2. tu, 3. il/elle/on, 4. nous, 5. vous, 6. ils/elles

Vertaal Matrix voor combattre:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bestrijden dispute; lutte
strijden bagarre; bataille; combat; concours; lutte; mêlée; rixe
vechten combat; concours
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bekampen battre; combattre
bestrijden battre; combattre attaquer; contester; disputer
bevechten battre; combattre
de strijd aanbinden combattre; concourir en guerre; engager la lutte; lutter; se battre
kampen combattre; lutter; se battre aller sur le pré; battre le fer; castagner; se bagarrer; se battre; se battre en duel; se chamailler; se cogner; se quereller; tabasser; taper dur
strijd voeren combattre; lutter; se battre
strijden combattre; lutter; se battre lutter; se bagarrer; se battre; se cogner
vechten combattre; lutter; se battre aller sur le pré; battre le fer; castagner; lutter; se bagarrer; se battre; se battre en duel; se chamailler; se cogner; se quereller; tabasser; taper dur

Synoniemen voor "combattre":


Wiktionary: combattre

combattre
verb
  1. attaquer son ennemi, ou en soutenir l’attaque.
combattre
verb
  1. de strijd aanbinden met iets of iemand
  2. vechten
  3. ondanks weerstand een doel proberen te bereiken

Cross Translation:
FromToVia
combattre vechten combat — to fight; to struggle for victory
combattre tegen; vechten; met; bevechten fight — to engage in combat
combattre bevechten; bekampen fight — to counteract
combattre vechten; worstelen; moeite hebben met struggle — to strive, to labour in difficulty, to fight
combattre aanpakken tackle — to face or deal with attempting to overcome or fight down

Verwante vertalingen van combat