Overzicht
Frans naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. échauffement:
  2. Wiktionary:


Frans

Uitgebreide vertaling voor échauffement (Frans) in het Nederlands

échauffement:

échauffement [le ~] zelfstandig naamwoord

  1. l'échauffement
    de broei
    • broei [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
  2. l'échauffement (chauffage)
    de verhitting
  3. l'échauffement (fait de s'échauffer)
    inlopen; warmlopen

Vertaal Matrix voor échauffement:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
broei échauffement
inlopen fait de s'échauffer; échauffement
verhitting chauffage; échauffement
warmlopen fait de s'échauffer; échauffement s'échauffer
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
inlopen aller voir; chercher; consulter; envahir; faire une invasion; fréquenter; passer; pénétrer dans; rattraper; rejoindre; rendre visite; rendre visite à; récupérer; s'informer; se faire avoir

Synoniemen voor "échauffement":


Wiktionary: échauffement

échauffement
noun
  1. sportif
échauffement
noun
  1. het proces van verwarmen

Computer vertaling door derden: