Overzicht
Frans naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. architecture:
  2. Wiktionary:


Frans

Uitgebreide vertaling voor architecture (Frans) in het Nederlands

architecture:

architecture [la ~] zelfstandig naamwoord

  1. l'architecture (architectonique; technique architectonique)
    de architectuur; de bouwkunst
  2. l'architecture (métier de l'architecture; arts architecturaux)
    de bouwkunst; de bouwkunde; de bouwtechniek
  3. l'architecture (technique de construction; architectonique; technique architectonique)
    constructietechniek; de bouwtechniek
  4. l'architecture
    de architectuur

Vertaal Matrix voor architecture:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
architectuur architectonique; architecture; technique architectonique
bouwkunde architecture; arts architecturaux; métier de l'architecture génie civil
bouwkunst architectonique; architecture; arts architecturaux; métier de l'architecture; technique architectonique
bouwtechniek architectonique; architecture; arts architecturaux; métier de l'architecture; technique architectonique; technique de construction technique de construction
constructietechniek architectonique; architecture; technique architectonique; technique de construction

Synoniemen voor "architecture":


Wiktionary: architecture

architecture
Cross Translation:
FromToVia
architecture architectuur architecture — art and science of designing buildings and other structures

Verwante vertalingen van architecture