Overzicht
Frans naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. avoir de la chance:
  2. Wiktionary:
    • avoir de la chance → boffen


Frans

Uitgebreide vertaling voor avoir de la chance (Frans) in het Nederlands

avoir de la chance:

avoir de la chance werkwoord

  1. avoir de la chance
    geluk hebben; boffen; zwijnen
  2. avoir de la chance
    boffen
    • boffen werkwoord (bof, boft, bofte, boften, geboft)
  3. avoir de la chance (avoir du bol; avoir un coup de chance)

Vertaal Matrix voor avoir de la chance:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
zwijnen canailles; cochons; crapules; fripouilles; gredins; salauds; sales; saligauds; salopes
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
boffen avoir de la chance
geluk hebben avoir de la chance
het treffen avoir de la chance; avoir du bol; avoir un coup de chance
mazzel hebben avoir de la chance; avoir du bol; avoir un coup de chance
zwijnen avoir de la chance

Wiktionary: avoir de la chance

avoir de la chance
verb
  1. geluk hebben

Computer vertaling door derden:

Verwante vertalingen van avoir de la chance