Overzicht
Frans naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. paysage:
  2. Wiktionary:


Frans

Uitgebreide vertaling voor paysage (Frans) in het Nederlands

paysage:

paysage [le ~] zelfstandig naamwoord

  1. le paysage
    het landschap; het land
    • landschap [het ~] zelfstandig naamwoord
    • land [het ~] zelfstandig naamwoord
  2. le paysage (orientation paysage)

Vertaal Matrix voor paysage:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
land paysage Etat; autorités; campagne; circonstance; condition; empire; nation; peuple; royaume; situation; terre; état
landschap paysage
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
liggend couché; gisant; situé; être gisant tout de son long
Not SpecifiedVerwante vertalingenAndere vertalingen
afdrukstand Liggend orientation paysage; paysage
liggend orientation paysage; paysage

Synoniemen voor "paysage":


Wiktionary: paysage

paysage
noun
  1. géographie|fr agri|fr jardi|fr étendue de territoire que l’on peut voir.
paysage
noun
  1. hoe een bepaalde streek eruitziet qua geologische vormen en begroeiing

Cross Translation:
FromToVia
paysage landschap landscape — portion of land or territory which the eye can comprehend in a single view
paysage landschap LandschaftGeografie: ein Teil der Erdoberfläche, der sich durch seine einzigartigen physischen und kulturellen Merkmale von der Umgebung abhebt.

Verwante vertalingen van paysage