Overzicht
Frans naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. appétit:
  2. Wiktionary:


Frans

Uitgebreide vertaling voor appétit (Frans) in het Nederlands

appétit:

appétit [le ~] zelfstandig naamwoord

  1. l'appétit (faim)
    de eetlust; de zin; de lust; de trek
    • eetlust [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • zin [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • lust [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • trek [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
  2. l'appétit (faim)
    de honger; de trek; het hongergevoel; hongerigheid
  3. l'appétit (petit creux; faim)
    zin om iets te eten; de zin; de trek

Vertaal Matrix voor appétit:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
eetlust appétit; faim
honger appétit; faim faim
hongergevoel appétit; faim
hongerigheid appétit; faim
lust appétit; faim ardeur; avidité; convoitise; désir; désir charnel; désir violent; envie; excitation; joie; lubricité; passion; plaisir; pulsion sexuelle; souhait; volupté
trek appétit; faim; petit creux courant d'air; trait; vent coulis
zin appétit; faim; petit creux ardeur; attention; avantage; coût; désir; entrain; envie; excitation; expression; fascination; ferveur; fort intérêt; goût; importance; locution verbale; lubricité; passion; phrase; plaisir; prix; sens; utilité; valeur; élan; énergie
zin om iets te eten appétit; faim; petit creux

Synoniemen voor "appétit":


Wiktionary: appétit

appétit
  1. Traductions à trier suivant le sens
appétit
noun
  1. eetlust
  2. de behoefte om voedsel tot zich te nemen.

Cross Translation:
FromToVia
appétit appetijt; trek; honger; eetlust appetite — desire of or relish for food
appétit eetlust AppetitLust zu, am Essen, das Verlangen zu essen

Computer vertaling door derden:

Verwante vertalingen van appétit