Frans

Uitgebreide vertaling voor dessiner (Frans) in het Nederlands

dessiner:

dessiner werkwoord (dessine, dessines, dessinons, dessinez, )

  1. dessiner (faire le portrait de; peindre; représenter; dépeindre)
    tekenen; afbeelden; schilderen; portretteren
    • tekenen werkwoord (teken, tekent, tekende, tekenden, getekend)
    • afbeelden werkwoord (beeld af, beeldt af, beeldde af, beeldden af, afgebeeld)
    • schilderen werkwoord (schilder, schildert, schilderde, schilderden, geschilderd)
    • portretteren werkwoord
  2. dessiner (élaborer; concevoir; tracer le plan de)
    ontwerpen
    • ontwerpen werkwoord (ontwerp, ontwerpt, ontwierp, ontwierpen, ontworpen)
  3. dessiner (tracer; calquer)
    tekenen; uittekenen
    • tekenen werkwoord (teken, tekent, tekende, tekenden, getekend)
    • uittekenen werkwoord (teken uit, tekent uit, tekende uit, tekenden uit, uitgetekend)
  4. dessiner (griffonner; tracer; patiner maladroitement)
    krabbelen
    • krabbelen werkwoord (krabbel, krabbelt, krabbelde, krabbelden, gekrabbeld)
  5. dessiner (concevoir)
    concipiëren
    • concipiëren werkwoord (concipieer, concipieert, concipieerde, concipieerden, geconcipieerd)

Conjugations for dessiner:

Présent
  1. dessine
  2. dessines
  3. dessine
  4. dessinons
  5. dessinez
  6. dessinent
imparfait
  1. dessinais
  2. dessinais
  3. dessinait
  4. dessinions
  5. dessiniez
  6. dessinaient
passé simple
  1. dessinai
  2. dessinas
  3. dessina
  4. dessinâmes
  5. dessinâtes
  6. dessinèrent
futur simple
  1. dessinerai
  2. dessineras
  3. dessinera
  4. dessinerons
  5. dessinerez
  6. dessineront
subjonctif présent
  1. que je dessine
  2. que tu dessines
  3. qu'il dessine
  4. que nous dessinions
  5. que vous dessiniez
  6. qu'ils dessinent
conditionnel présent
  1. dessinerais
  2. dessinerais
  3. dessinerait
  4. dessinerions
  5. dessineriez
  6. dessineraient
passé composé
  1. ai dessiné
  2. as dessiné
  3. a dessiné
  4. avons dessiné
  5. avez dessiné
  6. ont dessiné
divers
  1. dessine!
  2. dessinez!
  3. dessinons!
  4. dessiné
  5. dessinant
1. je, 2. tu, 3. il/elle/on, 4. nous, 5. vous, 6. ils/elles

Vertaal Matrix voor dessiner:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
afbeelden effigie; image; peinture; portrait; représentation; scène; tableau
krabbelen gribouillis; griffonnage; griffure
schilderen peinture
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
afbeelden dessiner; dépeindre; faire le portrait de; peindre; représenter
concipiëren concevoir; dessiner
krabbelen dessiner; griffonner; patiner maladroitement; tracer
ontwerpen concevoir; dessiner; tracer le plan de; élaborer
portretteren dessiner; dépeindre; faire le portrait de; peindre; représenter
schilderen dessiner; dépeindre; faire le portrait de; peindre; représenter laquer; peindre; vernir
tekenen calquer; dessiner; dépeindre; faire le portrait de; peindre; représenter; tracer caractériser; signer; typer
uittekenen calquer; dessiner; tracer

Synoniemen voor "dessiner":


Wiktionary: dessiner

dessiner
verb
  1. Reeprésenter par un dessin

Cross Translation:
FromToVia
dessiner tekenen draw — to produce a picture
dessiner tekenen; merken zeichnen — (transitiv) eine bildliche Darstellung mittels Stift, Kohle, Kreide und Ähnlichem oder mittels stiftbasierter Eingabegeräte (Touchpens), virtuellem Stift beziehungsweise Mausklick vornehmlich in Linien und Strichen von etwas oder jemandem (künstlerisch) anfertigen, welche sich letztlich
dessiner afschilderen; schilderen; uitbeelden; uitschilderen zeichnen(transitiv); im übertragenen Sinne: schildern; (in literarischen Darbietungen und Texten) Figuren, Charaktere mittels Zeichen, Sprachstil, Gesten, in Haltung und Miene interagierend handeln lassen

Computer vertaling door derden:

Verwante vertalingen van dessiner