Overzicht
Frans naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. échéance:
  2. Wiktionary:


Frans

Uitgebreide vertaling voor échéance (Frans) in het Nederlands

échéance:

échéance [la ~] zelfstandig naamwoord

  1. l'échéance
    de vervaldatum; de vervaldag
  2. l'échéance
    valutadatum; valutadatum bankzaken
  3. l'échéance
    de vervaldatum
  4. l'échéance
    de deadline
    • deadline [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor échéance:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
deadline échéance date d'échéance
valutadatum échéance
valutadatum bankzaken échéance
vervaldag échéance
vervaldatum échéance date d'expiration

Synoniemen voor "échéance":


Wiktionary: échéance

échéance
noun
  1. finance|fr commerce|fr termeéchoir le paiement d’une chose devoir.

Cross Translation:
FromToVia
échéance vervaldatum; vervaldag due date — date of payment

Computer vertaling door derden:

Verwante vertalingen van échéance