Overzicht
Frans naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. bimensuel:
  2. Wiktionary:


Frans

Uitgebreide vertaling voor bimensuel (Frans) in het Nederlands

bimensuel:

bimensuel bijvoeglijk naamwoord

  1. bimensuel (toutes les deux semaines; de quinze jours; bimensuelle; deux fois par mois)
    veertiendaags; om de twee weken; twee keer per maand; halfmaandelijks

Vertaal Matrix voor bimensuel:

Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
halfmaandelijks bimensuel; bimensuelle; de quinze jours; deux fois par mois; toutes les deux semaines
veertiendaags bimensuel; bimensuelle; de quinze jours; deux fois par mois; toutes les deux semaines
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
om de twee weken bimensuel; bimensuelle; de quinze jours; deux fois par mois; toutes les deux semaines
twee keer per maand bimensuel; bimensuelle; de quinze jours; deux fois par mois; toutes les deux semaines

Wiktionary: bimensuel

bimensuel
adjective
  1. Qui avoir lieu ou paraît deux fois par mois.

Cross Translation:
FromToVia
bimensuel tweewekelijks fortnightly — a publication issued fortnightly; a bi-weekly
bimensuel tweewekelijks fortnightly — occurring once in a fortnight

Computer vertaling door derden: