Overzicht
Frans naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. tube:
  2. Wiktionary:
Nederlands naar Frans:   Meer gegevens...
  1. tube:


Frans

Uitgebreide vertaling voor tube (Frans) in het Nederlands

tube:

tube [le ~] zelfstandig naamwoord

  1. le tube
    de tube
    • tube [de ~] zelfstandig naamwoord
  2. le tube
    het buisje
    • buisje [het ~] zelfstandig naamwoord
  3. le tube
    de buis
    • buis [de ~] zelfstandig naamwoord
  4. le tube (succès; meilleure vente; réussite; bestseller)
    het succes; de bestseller; de hit
    • succes [het ~] zelfstandig naamwoord
    • bestseller [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • hit [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
  5. le tube (succè)
    de succesnummer; het succes; de hit; de kraker; de topper; de treffer; het successtuk; de klapper; de schlager; het kasstuk
    • succesnummer [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • succes [het ~] zelfstandig naamwoord
    • hit [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • kraker [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • topper [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • treffer [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • successtuk [het ~] zelfstandig naamwoord
    • klapper [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • schlager [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • kasstuk [het ~] zelfstandig naamwoord
  6. le tube (best-seller)
    het successtuk
  7. le tube (flacon; bouteille; fiole)
    het flesje; de fiool; de flacon
    • flesje [het ~] zelfstandig naamwoord
    • fiool [de ~] zelfstandig naamwoord
    • flacon [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor tube:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bestseller bestseller; meilleure vente; réussite; succès; tube succès de librairie
buis tube petit écran; poste de télévision; tube cathodique; tube-image; télé; téléviseur; télévision
buisje tube
fiool bouteille; fiole; flacon; tube
flacon bouteille; fiole; flacon; tube
flesje bouteille; fiole; flacon; tube
hit bestseller; meilleure vente; réussite; succè; succès; tube bon tir
kasstuk succè; tube pièce a succès; pièce à recette
klapper succè; tube applaudisseur; aubaine; cadastre; coup de chance; diablotin; index; papillotte; pétard; pétard qui claque sept fois; registre; répertoire téléphonique; table des matières
kraker succè; tube squatter
schlager succè; tube
succes bestseller; meilleure vente; réussite; succè; succès; tube prospérité; réussite; succès
succesnummer succè; tube
successtuk best-seller; succè; tube
topper succè; tube aubaine; coup de chance
treffer succè; tube accès; aubaine; bon tir; bonne aubaine; but; chance; coup de chance; coup de veine; coup veinard; goal; providence
tube tube

Synoniemen voor "tube":


Wiktionary: tube

tube
noun
  1. Tuyau.
tube
noun
  1. een hol, cilindrisch voorwerp

Cross Translation:
FromToVia
tube hit hit — success, especially in the entertainment industry
tube buis RohrTechnik: ein zylinderförmiger, hohler Gegenstand zur Durchleitung von Flüssigkeiten, Gasen und Feststoffen

Verwante vertalingen van tube



Nederlands

Uitgebreide vertaling voor tube (Nederlands) in het Frans

tube:

tube [de ~] zelfstandig naamwoord

  1. de tube
    le tube
    • tube [le ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor tube:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
tube tube bestseller; buis; buisje; fiool; flacon; flesje; hit; kasstuk; klapper; kraker; schlager; succes; succesnummer; successtuk; topper; treffer

Verwante woorden van "tube":

  • tuben, tubes