Frans

Uitgebreide vertaling voor plaisanterie (Frans) in het Nederlands

plaisanterie:

plaisanterie [la ~] zelfstandig naamwoord

  1. la plaisanterie (blague)
    de grap; de bak; de mop
    • grap [de ~] zelfstandig naamwoord
    • bak [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • mop [de ~] zelfstandig naamwoord
  2. la plaisanterie (canard; blague; rigolade; )
    het grapje; het geintje; de scherts; het lolletje; de gekheid; de gein; de aardigheid; het pretje
    • grapje [het ~] zelfstandig naamwoord
    • geintje [het ~] zelfstandig naamwoord
    • scherts [de ~] zelfstandig naamwoord
    • lolletje [het ~] zelfstandig naamwoord
    • gekheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • gein [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • aardigheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • pretje [het ~] zelfstandig naamwoord
  3. la plaisanterie (allégresse; plaisir; joie; )
    het plezier; de pret; de lol; de jolijt; de gein; de leut; de keet
    • plezier [het ~] zelfstandig naamwoord
    • pret [de ~] zelfstandig naamwoord
    • lol [de ~] zelfstandig naamwoord
    • jolijt [de ~] zelfstandig naamwoord
    • gein [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • leut [de ~] zelfstandig naamwoord
    • keet [de ~] zelfstandig naamwoord
  4. la plaisanterie (blague; folie; stupidité; )
    de gekkigheid; de dwaasheid; de gekte; de gekheid; de idioterie; de zotheid
    • gekkigheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • dwaasheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • gekte [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • gekheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • idioterie [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • zotheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
  5. la plaisanterie (boutade; canard; trait d'esprit)
    de canard; de kwinkslag; de grap; de grol; de scherts
    • canard [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • kwinkslag [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • grap [de ~] zelfstandig naamwoord
    • grol [de ~] zelfstandig naamwoord
    • scherts [de ~] zelfstandig naamwoord
  6. la plaisanterie (humour; drôlerie; folie; )
    de humor; de geestigheid
    • humor [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • geestigheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
  7. la plaisanterie (bouffonnerie; divertissement; drôlerie; clownerie)
    de kluchtigheid; de grappigheid; de vermakelijkheid; de koddigheid; de snaaksheid
  8. la plaisanterie (drôlerie; rigolade; esprit; )
    de gein; de grap; uiting van vrolijkheid; de aardigheid
  9. la plaisanterie (clownerie)
    de grappenmakerij
  10. la plaisanterie (puérilité; infantilisme; blague; )
    de kinderachtigheid
  11. la plaisanterie (sottise; folie; raillerie; )
    de malheid
    • malheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
  12. la plaisanterie (blague; boutade; raillerie; )
    het aardigheidje; het presentje

Vertaal Matrix voor plaisanterie:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
aardigheid badinage; blague; boutade; canard; cocasserie; comique; drôlerie; esprit; farce; folie; histoire drôle; humour; plaisanterie; raillerie; rigolade; sottise; trait d'esprit amabilité; cadeau; contentement; courtoisie; don; dons; gentillesse; hospitalité; joie; petit cadeau; petit rien; plaisir; présent; satisfaction
aardigheidje badinage; blague; boutade; cocasserie; plaisanterie; raillerie; rigolade; trait d'esprit
bak blague; plaisanterie bac; baril; bassin; bassine; boîte; citerne; container; conteneur; corbeille; cuve; cuvette; fût; gamelle; jatte; maison d'arrêt; maison de correction; maison de détention; mangeoire; plateau du chat; prison; pénitencier; récipient; réservoir; seau; tonne; tonneau; établissement pénitentiaire
canard boutade; canard; plaisanterie; trait d'esprit canard; cane
dwaasheid blague; bouffonnerie; bêtise; déraison; folie; idiotie; plaisanterie; sottise; stupidité absurdité; aliénation mentale; bêtise; folie; idiotie; manque de raison; manque de sagesse; non-sens; sottise
geestigheid badinage; blague; boutade; comique; drôlerie; esprit; farce; folie; humour; plaisanterie; rigolade; sottise; trait d'esprit
gein allégresse; badinage; belle humeur; blague; bordel; bouffonnerie; boutade; bêtise; canard; cocasserie; comique; cris d'allégresse; drôlerie; esprit; farce; folie; gaieté; histoire drôle; humour; joie; plaisanterie; plaisir; raillerie; rigolade; réjouissance; satisfaction; sottise; stupidité; trait d'esprit plaisir
geintje badinage; blague; boutade; canard; cocasserie; histoire drôle; plaisanterie; raillerie; rigolade; trait d'esprit
gekheid badinage; blague; bouffonnerie; boutade; bêtise; canard; cocasserie; déraison; folie; histoire drôle; idiotie; plaisanterie; raillerie; rigolade; sottise; stupidité; trait d'esprit bêtises; espièglerie; sottise
gekkigheid blague; bouffonnerie; bêtise; déraison; folie; idiotie; plaisanterie; sottise; stupidité
gekte blague; bouffonnerie; bêtise; déraison; folie; idiotie; plaisanterie; sottise; stupidité
grap badinage; blague; boutade; canard; comique; drôlerie; esprit; farce; folie; humour; plaisanterie; rigolade; sottise; trait d'esprit
grapje badinage; blague; boutade; canard; cocasserie; histoire drôle; plaisanterie; raillerie; rigolade; trait d'esprit
grappenmakerij clownerie; plaisanterie
grappigheid bouffonnerie; clownerie; divertissement; drôlerie; plaisanterie
grol boutade; canard; plaisanterie; trait d'esprit
humor badinage; blague; boutade; comique; drôlerie; esprit; farce; folie; humour; plaisanterie; rigolade; sottise; trait d'esprit
idioterie blague; bouffonnerie; bêtise; déraison; folie; idiotie; plaisanterie; sottise; stupidité absurdité; aliénation mentale; arriération mentale; bêtise; folie; idiotie; manque de raison; manque de sagesse; non-sens; sottise
jolijt allégresse; badinage; belle humeur; blague; bordel; bouffonnerie; bêtise; cocasserie; cris d'allégresse; farce; folie; gaieté; joie; plaisanterie; plaisir; raillerie; rigolade; réjouissance; satisfaction; sottise; stupidité allégresse; belle humeur; bonne humeur; divertissement; enjouement; gaieté; grande joie; humeur joyeuse; joie; jovialité; plaisir; réjouissance; satisfaction
keet allégresse; badinage; belle humeur; blague; bordel; bouffonnerie; bêtise; cocasserie; cris d'allégresse; farce; folie; gaieté; joie; plaisanterie; plaisir; raillerie; rigolade; réjouissance; satisfaction; sottise; stupidité allégresse; baraque; baraque de chantier; bonne humeur; bordel; cabine; chaos; chaumière; chienlit; confusion; divertissement; décharge; désordre; embrouillage; enjouement; gaieté; grande joie; grange; hangar; humeur joyeuse; joie; jovialité; pagaille; pagaïe; plaisir; remise; réjouissance
kinderachtigheid blague; bouffonnerie; infantilisme; plaisanterie; puérilité; sottise; stupidité
kluchtigheid bouffonnerie; clownerie; divertissement; drôlerie; plaisanterie bouffonnerie; drôlerie; vaudeville
koddigheid bouffonnerie; clownerie; divertissement; drôlerie; plaisanterie bouffonnerie; drôlerie; vaudeville
kwinkslag boutade; canard; plaisanterie; trait d'esprit
leut allégresse; badinage; belle humeur; blague; bordel; bouffonnerie; bêtise; cocasserie; cris d'allégresse; farce; folie; gaieté; joie; plaisanterie; plaisir; raillerie; rigolade; réjouissance; satisfaction; sottise; stupidité joie; passion; plaisir; pulsion sexuelle
lol allégresse; badinage; belle humeur; blague; bordel; bouffonnerie; bêtise; cocasserie; cris d'allégresse; farce; folie; gaieté; joie; plaisanterie; plaisir; raillerie; rigolade; réjouissance; satisfaction; sottise; stupidité allégresse; bonne humeur; divertissement; enjouement; gaieté; grande joie; humeur joyeuse; joie; jovialité; plaisir; réjouissance
lolletje badinage; blague; boutade; canard; cocasserie; histoire drôle; plaisanterie; raillerie; rigolade; trait d'esprit
malheid badinage; bouffonnerie; bêtise; cocasserie; folie; plaisanterie; raillerie; sottise
mop blague; plaisanterie
plezier allégresse; badinage; belle humeur; blague; bordel; bouffonnerie; bêtise; cocasserie; cris d'allégresse; farce; folie; gaieté; joie; plaisanterie; plaisir; raillerie; rigolade; réjouissance; satisfaction; sottise; stupidité allégresse; belle humeur; bonne humeur; contentement; divertissement; enjouement; gaieté; grande joie; humeur joyeuse; joie; jovialité; passion; plaisir; pulsion sexuelle; réjouissance; satisfaction
presentje badinage; blague; boutade; cocasserie; plaisanterie; raillerie; rigolade; trait d'esprit cadeau; cadeau d'anniversaire; don; dons; gentillesse; petit cadeau; petit rien; présent
pret allégresse; badinage; belle humeur; blague; bordel; bouffonnerie; bêtise; cocasserie; cris d'allégresse; farce; folie; gaieté; joie; plaisanterie; plaisir; raillerie; rigolade; réjouissance; satisfaction; sottise; stupidité allégresse; belle humeur; gaieté; joie; passion; plaisir; pulsion sexuelle; réjouissance; satisfaction
pretje badinage; blague; boutade; canard; cocasserie; histoire drôle; plaisanterie; raillerie; rigolade; trait d'esprit
scherts badinage; blague; boutade; canard; cocasserie; histoire drôle; plaisanterie; raillerie; rigolade; trait d'esprit
snaaksheid bouffonnerie; clownerie; divertissement; drôlerie; plaisanterie espièglerie; malice
uiting van vrolijkheid badinage; blague; boutade; comique; drôlerie; esprit; farce; folie; humour; plaisanterie; rigolade; sottise; trait d'esprit
vermakelijkheid bouffonnerie; clownerie; divertissement; drôlerie; plaisanterie amusement; distraction; divertissement; joie; plaisir
zotheid blague; bouffonnerie; bêtise; déraison; folie; idiotie; plaisanterie; sottise; stupidité

Synoniemen voor "plaisanterie":


Wiktionary: plaisanterie

plaisanterie
noun
  1. Raillerie, badinerie, chose dite ou faite pour amuser.
plaisanterie
noun
  1. verhaal dat of handeling die erop gericht is om de lachlust op te wekken
  2. een anekdote met een verrassend en komisch slot

Cross Translation:
FromToVia
plaisanterie badinage; scherts; geplaag banter — good humoured conversation
plaisanterie grap; grol; mop joke — amusing story
plaisanterie grap; mop; geintje; lol joke — something said or done for amusement
plaisanterie grap Witz — eine kleine Geschichte oder Ähnliches, das zum lachen anregen soll

Computer vertaling door derden: