Overzicht
Frans naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. écume:
  2. écumer:
  3. Wiktionary:


Frans

Uitgebreide vertaling voor écume (Frans) in het Nederlands

écume:

écume [la ~] zelfstandig naamwoord

  1. l'écume (mousse)
    het schuim
    • schuim [het ~] zelfstandig naamwoord
  2. l'écume (mousse)
    het bruis
    • bruis [het ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor écume:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bruis mousse; écume
schuim mousse; écume

Synoniemen voor "écume":


Wiktionary: écume

écume
noun
  1. Sorte de mousse blanchâtre qui se forme à la surface des liquides agités, chauffés, ou en fermentation.

Cross Translation:
FromToVia
écume schuim foam — foam
écume schuim froth — foam
écume schuim yeast — frothy foam on sea waves
écume schuim Gischtallgemein: meist Singular: schäumende See

écume vorm van écumer:

écumer werkwoord (écume, écumes, écumons, écumez, )

  1. écumer (mousser)
    schuimen; schuim vormen
    • schuimen werkwoord (schuim, schuimt, schuimde, schuimden, geschuimd)
    • schuim vormen werkwoord (vorm schuim, vormt schuim, vormde schuim, vormden schuim, schuim gevormd)
  2. écumer (écrémer; écumer avec une spatule)
    afromen; afschuimen; afspanen
    • afromen werkwoord (room af, roomt af, roomde af, roomden af, afgeroomd)
    • afschuimen werkwoord (schuim af, schuimt af, schuimde af, schuimden af, afgeschuimd)
    • afspanen werkwoord (span af, spant af, spande af, spanden af, afgespannen)
  3. écumer (rugir de colère)
    schuimbekken; briesen van woede
    • schuimbekken werkwoord (bek schuim, bekt schuim, bekte schuim, bekten schuim, schuimgebekt)
    • briesen van woede werkwoord (bries van woede, briest van woede, brieste van woede, briesten van woede, van woede gebriest)
  4. écumer (piller des épaves)
    jutten
    • jutten werkwoord (jut, jutte, jutten, gejut)

Conjugations for écumer:

Présent
  1. écume
  2. écumes
  3. écume
  4. écumons
  5. écumez
  6. écument
imparfait
  1. écumais
  2. écumais
  3. écumait
  4. écumions
  5. écumiez
  6. écumaient
passé simple
  1. écumai
  2. écumas
  3. écuma
  4. écumâmes
  5. écumâtes
  6. écumèrent
futur simple
  1. écumerai
  2. écumeras
  3. écumera
  4. écumerons
  5. écumerez
  6. écumeront
subjonctif présent
  1. que j'écume
  2. que tu écumes
  3. qu'il écume
  4. que nous écumions
  5. que vous écumiez
  6. qu'ils écument
conditionnel présent
  1. écumerais
  2. écumerais
  3. écumerait
  4. écumerions
  5. écumeriez
  6. écumeraient
passé composé
  1. ai écumé
  2. as écumé
  3. a écumé
  4. avons écumé
  5. avez écumé
  6. ont écumé
divers
  1. écume!
  2. écumez!
  3. écumons!
  4. écumé
  5. écumant
1. je, 2. tu, 3. il/elle/on, 4. nous, 5. vous, 6. ils/elles

Vertaal Matrix voor écumer:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
afromen écrémage; écumage
afschuimen écrémage; écumage
afspanen écrémage; écumage
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
afromen écrémer; écumer; écumer avec une spatule
afschuimen écrémer; écumer; écumer avec une spatule
afspanen écrémer; écumer; écumer avec une spatule
briesen van woede rugir de colère; écumer
jutten piller des épaves; écumer
schuim vormen mousser; écumer
schuimbekken rugir de colère; écumer bouder; faire rage; fulminer; tempêter; vociférer; éclater; être en colère; être furieux
schuimen mousser; écumer

Synoniemen voor "écumer":


Wiktionary: écumer

écumer
verb
  1. débarrasser de l’écume.

Cross Translation:
FromToVia
écumer schuimen foam — form or emit foam

Computer vertaling door derden:

Verwante vertalingen van écume