Overzicht
Frans naar Nederlands: Meer gegevens...
- débauche:
- débauché:
-
Wiktionary:
- débauche → ontucht
- débauche → zedeloosheid, losbandigheid
Frans
Uitgebreide vertaling voor débauche (Frans) in het Nederlands
débauche:
-
la débauche
-
la débauche (licence)
-
la débauche (démesure; illimité; excès)
-
la débauche (immoralité; libertinage; impudeur)
-
la débauche (libertinage; excès; démesure)
-
la débauche (crise de colère; excentricité; explosion de colère; excès; extravagance; crise de rage; crise de fureur)
Vertaal Matrix voor débauche:
Synoniemen voor "débauche":
Wiktionary: débauche
débauche
Cross Translation:
noun
débauche
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• débauche | → zedeloosheid; losbandigheid | ↔ debauchery — debauchery |
débauché:
-
le débauché
-
le débauché (fornicateur; putassier; habitué des bordels)
-
débauché (indiscipliné; dissolu; sans discipline)
-
débauché (perverti; corrompu; dégénéré; dépravé)
onzedelijk; verdorven; verregaand zedenloos; liederlijk-
onzedelijk bijvoeglijk naamwoord
-
verdorven bijvoeglijk naamwoord
-
verregaand zedenloos bijvoeglijk naamwoord
-
liederlijk bijvoeglijk naamwoord
-
-
débauché (dans le ruisseau; avili)
-
débauché (lascif; lubrique; immoral)
Vertaal Matrix voor débauché:
Synoniemen voor "débauché":
Computer vertaling door derden: