Overzicht


Frans

Uitgebreide vertaling voor gravier (Frans) in het Nederlands

gravier:

gravier [le ~] zelfstandig naamwoord

  1. le gravier (cailloutis; gâchis; pierraille; mortier)
    de macadam; de mortel; het puin; de metselspecie; het steenslag; het gruis; het split; het steengruis; de bik
    • macadam [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • mortel [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • puin [het ~] zelfstandig naamwoord
    • metselspecie [de ~] zelfstandig naamwoord
    • steenslag [het ~] zelfstandig naamwoord
    • gruis [het ~] zelfstandig naamwoord
    • split [het ~] zelfstandig naamwoord
    • steengruis [het ~] zelfstandig naamwoord
    • bik [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
  2. le gravier
    het grind; kiezelsteentjes; de kiezels; grindsteen; keizand
  3. le gravier
    kiezelbodem
  4. le gravier (pierre détachée)
    het kiezelzand
  5. le gravier (pierre détachée; caillou)
    losse steen

Vertaal Matrix voor gravier:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bik cailloutis; gravier; gâchis; mortier; pierraille cailloutis; chute de pierraille; commerce des espèces; mortier
grind gravier
grindsteen gravier
gruis cailloutis; gravier; gâchis; mortier; pierraille cailloutis; chute de pierraille; commerce des espèces; mortier
keizand gravier débris
kiezelbodem gravier
kiezels gravier
kiezelsteentjes gravier
kiezelzand gravier; pierre détachée
losse steen caillou; gravier; pierre détachée
macadam cailloutis; gravier; gâchis; mortier; pierraille cailloutis; chute de pierraille; commerce des espèces; mortier
metselspecie cailloutis; gravier; gâchis; mortier; pierraille cailloutis; chute de pierraille; commerce des espèces; mortier
mortel cailloutis; gravier; gâchis; mortier; pierraille cailloutis; chute de pierraille; commerce des espèces; mortier
puin cailloutis; gravier; gâchis; mortier; pierraille cailloutis; chute de pierraille; commerce des espèces; mortier
split cailloutis; gravier; gâchis; mortier; pierraille cailloutis; chute de pierraille; commerce des espèces; crevasse; encoche; fente; mortier
steengruis cailloutis; gravier; gâchis; mortier; pierraille cailloutis; chute de pierraille; commerce des espèces; mortier
steenslag cailloutis; gravier; gâchis; mortier; pierraille cailloutis; chute de pierraille; commerce des espèces; mortier

Synoniemen voor "gravier":


Wiktionary: gravier

gravier
noun
  1. géologie|fr roche détritique à éléments assez gros (sables grossiers et cailloux), d’origine fluviatile ou littorale (on dit aussi cailloutis).
gravier
noun
  1. een erosieprodukt, ontstaan uit gesteente

Cross Translation:
FromToVia
gravier slak slack — small coal, coal dust

Computer vertaling door derden:

Verwante vertalingen van gravier