Overzicht
Frans naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. majeur:
  2. Wiktionary:
Nederlands naar Frans:   Meer gegevens...
  1. majeur:
  2. Wiktionary:


Frans

Uitgebreide vertaling voor majeur (Frans) in het Nederlands

majeur:

majeur bijvoeglijk naamwoord

  1. majeur
    majeur
    • majeur bijvoeglijk naamwoord
  2. majeur (majeur d'âge)
    meerderjarig

majeur [le ~] zelfstandig naamwoord

  1. le majeur
    de meerderjarige

Vertaal Matrix voor majeur:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
meerderjarige majeur
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
majeur majeur
meerderjarig majeur; majeur d'âge

Synoniemen voor "majeur":


Wiktionary: majeur

majeur
adjective
  1. Plus grand ; plus important.
noun
  1. Doigt
majeur
adjective
  1. majeur
  2. de leeftijd bereikt hebbend dat men alle rechten en plichten van een volwassene heeft
noun
  1. vinger

Cross Translation:
FromToVia
majeur meerderjarige major — person of legal age
majeur middelvinger middle finger — finger between the forefinger and the ring finger
majeur belangrijk wichtig — wesentlich sein, von Gewicht, Bedeutung sein; Gewicht, Bedeutung habend

Computer vertaling door derden:

Verwante vertalingen van majeur



Nederlands

Uitgebreide vertaling voor majeur (Nederlands) in het Frans

majeur:

majeur bijvoeglijk naamwoord

  1. majeur
    majeur
    • majeur bijvoeglijk naamwoord

Vertaal Matrix voor majeur:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
majeur meerderjarige
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
majeur majeur meerderjarig

Verwante woorden van "majeur":

  • majeure

Wiktionary: majeur

majeur
adjective
  1. majeur

Computer vertaling door derden: