Home ->Woordenboeken ->Frans/Nederlands ->Zoek: tresse

Franse en Nederlandse zoekresultaten voor: tresse

Overzicht
Frans naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. tresse:
  2. tresser:
  3. Wiktionary:

Frans

Uitgebreide vertaling voor tresse (Frans) in het Nederlands

tresse:

tresse [la ~] zelfstandig naamwoord

  1. la tresse
    de haarvlecht; de vlecht
  2. la tresse (natte)
    de haarvlecht; de streng; de haarstreng
  3. la tresse (corde; fil; câble)
    de koord
    • koord [de ~] zelfstandig naamwoord
  4. la tresse (cordage; câble; cordon; )
    de elektriciteitsdraad; het snoer; het snoertje

Vertaal Matrix voor tresse:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
elektriciteitsdraad cordage; corde; cordon; câble; fil; filet; galon; mercerie; mercier; tresse
haarstreng natte; tresse
haarvlecht natte; tresse
koord corde; câble; fil; tresse
snoer cordage; corde; cordon; câble; fil; filet; galon; mercerie; mercier; tresse chaîne; chaînette; collier; cycle; enchaînement; séquence
snoertje cordage; corde; cordon; câble; fil; filet; galon; mercerie; mercier; tresse
streng natte; tresse
vlecht tresse chignon; tortillon
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
streng coactif; coercitif; conforme aux règles; consciencieusement; consciencieux; contraignant; dur; exact; exactement; formel; impératif; inflexible; minutieusement; minutieux; méticuleusement; méticuleux; précis; précisément; péremptoire; rigide; rigoureusement; rigoureux; rude; soigneux; stricte; strictement; sévère; sévèrement

Synoniemen voor "tresse":


Wiktionary: tresse

tresse
noun
  1. Assemblage de petits cordons, etc. entrelacés
Cross Translation:
FromToVia
• tresse → vlecht ↔ braid — weave of three of more strands

tressé:


Synoniemen voor "tressé":

  • entrelacé; entrecroisé; tissé; brodé; broché

tresser:

tresser werkwoord (tresse, tresses, tressons, tressez, )

  1. tresser (entrelacer)
    vlechten
    • vlechten werkwoord (vlecht, vlocht, vlochten, gevlochten)
  2. tresser (entrelacer)
    invlechten; vlechten in
  3. tresser (entrelacer; enlacer)
    strengelen; ineenvlechten; vlechten
    • strengelen werkwoord (strengel, strengelt, strengelde, strengelden, getrengeld)
    • ineenvlechten werkwoord (vlecht ineen, vlocht ineen, vlochten ineen, ineengevlochten)
    • vlechten werkwoord (vlecht, vlocht, vlochten, gevlochten)
  4. tresser (lacer)
    toesnoeren
    • toesnoeren werkwoord (snoer toe, snoert toe, snoerde toe, snoerden toe, toegesnoerd)

Conjugations for tresser:

Présent
  1. tresse
  2. tresses
  3. tresse
  4. tressons
  5. tressez
  6. tressent
imparfait
  1. tressais
  2. tressais
  3. tressait
  4. tressions
  5. tressiez
  6. tressaient
passé simple
  1. tressai
  2. tressas
  3. tressa
  4. tressâmes
  5. tressâtes
  6. tressèrent
futur simple
  1. tresserai
  2. tresseras
  3. tressera
  4. tresserons
  5. tresserez
  6. tresseront
subjonctif présent
  1. que je tresse
  2. que tu tresses
  3. qu'il tresse
  4. que nous tressions
  5. que vous tressiez
  6. qu'ils tressent
conditionnel présent
  1. tresserais
  2. tresserais
  3. tresserait
  4. tresserions
  5. tresseriez
  6. tresseraient
passé composé
  1. ai tressé
  2. as tressé
  3. a tressé
  4. avons tressé
  5. avez tressé
  6. ont tressé
divers
  1. tresse!
  2. tressez!
  3. tressons!
  5. tressé
  6. tressant
1. je, 2. tu, 3. il/elle/on, 4. nous, 5. vous, 6. ils/elles

Vertaal Matrix voor tresser:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
vlechten tressage
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
ineenvlechten enlacer; entrelacer; tresser enlacer; entrelacer; entremêler; tisser
invlechten entrelacer; tresser
strengelen enlacer; entrelacer; tresser
toesnoeren lacer; tresser
vlechten enlacer; entrelacer; tresser
vlechten in entrelacer; tresser

Synoniemen voor "tresser":


Wiktionary: tresser

tresser
verb
  1. mettre, arranger en tresses.
tresser
verb
  1. in elkaar strengelen
Cross Translation:
FromToVia
• tresser → vlechten ↔ braid — intertwine
• tresser → vlechten ↔ plait — to interweave
• tresser → vlechten ↔ flechten — (transitiv) (meist) drei Stränge (zum Beispiel Haare oder Bänder) miteinander verschlingen

Computer vertaling door derden:

Verwante vertalingen van tresse







Uw gratis, snelle en simpele vertaal woordenboek

Copyright © 2000-2024 Interglot ®

Pagina gepresenteerd in 0.0477 seconde
Page rendered in 1.0 seconds