Overzicht
Frans naar Nederlands: Meer gegevens...
-
fixer:
- vastleggen; bevestigen; vastmaken; verzekeren; verbinden; vastzetten; vastbinden; aanhechten; hechten; ergens aan bevestigen; kijken; toeschouwen; schouwen; gadeslaan; bekijken; aankijken; aan elkaar bevestigen; adviseren; suggereren; raden; ingeven; iets aanraden; binden; knevelen; strikken; knopen; door draaien vastmaken; aandraaien; vasthechten; lijmen; vastplakken; vastlijmen; opplakken; aankoppelen; aanhaken; vastkoppelen; vasthaken; neerleggen; onderuit halen; opsluiten; overwegen; afwegen; overdenken; vastsjorren; vastgespen; aangespen; dichtsnoeren; toegespen; dichtgespen; dichtbinden; toebinden
- vastmaken; bevestiging; aanhechten; vasthechten
-
Wiktionary:
- fixer → bepalen, bevestigen, fixeren, tuigeren, vastmaken, vaststellen, definiëren, omschrijven, vestigen
- fixer → beschikken, bepalen, vaststellen, vastmaken, staren, turen, bevestigen
Frans
Uitgebreide vertaling voor fixer (Frans) in het Nederlands
fixer:
fixer werkwoord (fixe, fixes, fixons, fixez, fixent, fixais, fixait, fixions, fixiez, fixaient, fixai, fixas, fixa, fixâmes, fixâtes, fixèrent, fixerai, fixeras, fixera, fixerons, fixerez, fixeront)
-
fixer (attacher; lier; mettre; ficeler; mettre à l'attache)
-
fixer (attacher; assujettir; rattacher; caler)
-
fixer (attacher à qc; attacher; installer; agrafer; parapher; coller; poser; renforcer; lier; marquer; nouer; timbrer)
-
fixer (regarder; contempler)
-
fixer (observer; examiner; considérer; surveiller; voir; regarder)
-
fixer (attacher; lier)
vastmaken; aan elkaar bevestigen-
aan elkaar bevestigen werkwoord (bevestig aan elkaar, bevestigt aan elkaar, bevestigde aan elkaar, bevestigden aan elkaar, aan elkaar bevestigd)
-
fixer (conseiller; suggérer; insinuer; deviner; déterminer; estimer; apprécier; conjecturer; faire une expertise; recommander; évaluer; priser; taxer)
-
fixer (ligoter; nouer; lier; attacher; relier; bâillonner; garrotter; ficeler)
-
fixer (visser; serrer)
-
fixer (coller; attacher; engluer; rattacher; s'attacher)
-
fixer (accrocher; connecter; embrayer; adhérer; attacher; agrafer)
-
fixer (coucher; mettre; déposer; poser; insérer; placer; installer; faire asseoir)
-
fixer (enfermer; immobiliser)
-
fixer (repeser; prévaloir; apprécier; évaluer; estimer; deviner; déterminer; taxer; conjecturer; faire une expertise)
-
fixer (aiguilleter; lier; attacher; nouer)
-
fixer (boucler; attacher)
-
fixer (boucler; attacher)
-
fixer (ficeler; lier; attacher; relier; nouer; ligoter)
Conjugations for fixer:
Présent
- fixe
- fixes
- fixe
- fixons
- fixez
- fixent
imparfait
- fixais
- fixais
- fixait
- fixions
- fixiez
- fixaient
passé simple
- fixai
- fixas
- fixa
- fixâmes
- fixâtes
- fixèrent
futur simple
- fixerai
- fixeras
- fixera
- fixerons
- fixerez
- fixeront
subjonctif présent
- que je fixe
- que tu fixes
- qu'il fixe
- que nous fixions
- que vous fixiez
- qu'ils fixent
conditionnel présent
- fixerais
- fixerais
- fixerait
- fixerions
- fixeriez
- fixeraient
passé composé
- ai fixé
- as fixé
- a fixé
- avons fixé
- avez fixé
- ont fixé
divers
- fixe!
- fixez!
- fixons!
- fixé
- fixant
1. je, 2. tu, 3. il/elle/on, 4. nous, 5. vous, 6. ils/elles
-
la fixer (ajuster)
-
la fixer (rattachement; fait de fixer)
Vertaal Matrix voor fixer:
Synoniemen voor "fixer":
Wiktionary: fixer
fixer
Cross Translation:
verb
fixer
-
attacher, affermir, rendre immobile, maintenir en place.
- fixer → bepalen; bevestigen; fixeren; tuigeren; vastmaken; vaststellen; definiëren; omschrijven
verb
-
vastmaken
-
richten
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• fixer | → beschikken; bepalen; vaststellen | ↔ appoint — to constitute; to ordain; to prescribe; to fix the time and place of |
• fixer | → vastmaken | ↔ fasten — to attach or connect in a secure manner |
• fixer | → staren; turen | ↔ gaze — To stare intently or earnestly |
• fixer | → bepalen | ↔ set — to determine |
• fixer | → vastmaken; bevestigen | ↔ befestigen — etwas an einer Stelle so anbringen, dass es hält |
• fixer | → turen | ↔ starren — bewegungslos auf jemanden oder etwas schauen |
Computer vertaling door derden: