Frans

Uitgebreide vertaling voor service (Frans) in het Nederlands

service:

service [le ~] zelfstandig naamwoord

  1. le service
    de service; de bediening; uitserveren
  2. le service
    de politiedienst
  3. le service
    het bedieningsgeld
  4. le service
    de diensten
  5. le service
    de service
    • service [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
  6. le service (service militaire)
    de dienst; de dienstplicht
  7. le service (service du diner)
    opdienen; serveren
  8. le service (direction; conduite; navigation; )
    de bediening; de besturing
  9. le service (assistance)
    de ondersteuning; de bijstand
  10. le service (accordement de service; assistance)
    de serviceverlening
  11. le service (employés; personnel)
    de werknemers; de employees
  12. le service (mise en bouteille)
    de botteling
  13. le service (service de table)
    tafelbediening

Vertaal Matrix voor service:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bediening administration; conduite; direction; employés; navigation; personnel; pilotage; service
bedieningsgeld service
besturing administration; conduite; direction; employés; navigation; personnel; pilotage; service comportement; conduite; contrôle
bijstand assistance; service Assistance Sociale; Assistance sociale; aide; aide familiale; aide sociale; allocation de l'Aide sociale; appui; assistance; coup de main; secours; soutien; support
botteling mise en bouteille; service
dienst service; service militaire bienveillance; complaisance; discrétion; faveur; grâce; humilité; institution; messe; modestie; modicité; obligeance; office divin; prévenance; retenue; serviabilité
diensten service bureaux; institutions; instituts; offices; services
dienstplicht service; service militaire service national
employees employés; personnel; service
ondersteuning assistance; service Assistance sociale; aide; appui; point d'appui; prise; secours; soutien; support
opdienen service; service du diner
politiedienst service
serveren service; service du diner
service service aide; assistance; secours; service après-vente; service d'entretien; soutien
serviceverlening accordement de service; assistance; service
tafelbediening service; service de table
uitserveren service
werknemers employés; personnel; service
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
opdienen fournir; mettre; mettre en avant; offrir; prendre soin de; présenter; s'occuper de; se charger de; servir; servir à table
serveren ajouter en versant; remettre en versant; remplir les verres à nouveau; servir; verser encore un peu

Synoniemen voor "service":


Wiktionary: service

service
noun
  1. état, fonctions, devoirs de quelqu’un qui servir une personne ou une collectivité.
service
noun
  1. beroep|nld dienst, een eenheid voor werktijd, zoals bij ploegendienst

Cross Translation:
FromToVia
service plicht duty — that which one is morally or legally obligated to do
service dienst; bediening service — economics: work performed
service gebruik Gebrauch — Verwendung, Anwendung, Einsatz
service dienst Service — ausführende Tätigkeit an Kunden durch eine gastronomische Fachkraft
service dienst ServiceDienstleistung

Computer vertaling door derden:

Verwante vertalingen van service



Nederlands

Uitgebreide vertaling voor service (Nederlands) in het Frans

service:

service [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de service (uitserveren; bediening)
    le service
    • service [le ~] zelfstandig naamwoord
  2. de service (onderhoudsdienst)
    l'assistance; le secours; le soutien; l'aide; le service d'entretien
  3. de service
    le service après-vente

Vertaal Matrix voor service:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
aide onderhoudsdienst; service aanknopingspunt; aanwijzing; assistent; assistentie; bijstand; dienstbetoon; dienstverlening; handreiking; helper; hulp; hulpbetoon; hulpje; hulppersoneel; hulpvaardige; hulpverlening; knecht; maatschappelijk werk; medewerking; ondersteuning; secondant; steun; steunpilaar; support; toeverlaat
assistance onderhoudsdienst; service aantal gekomen personen; aanwezigen; assistentie; begeleiding; bijstand; dienstbetoon; dienstverlening; escorte; handreiking; hulp; hulpbetoon; hulpverlenen; hulpverlening; maatschappelijk werk; medewerking; ondersteuning; opkomst; serviceverlening; vergezellen; verzorging; zorg
secours onderhoudsdienst; service aanknopingspunt; aanwijzing; assistentie; bijstand; geruststelling; handreiking; hulp; hulpbetoon; hulpverlening; maatschappelijk werk; medewerking; ondersteuning; opluchting; steun; verademing; verlossing; zaligheid
service bediening; service; uitserveren bediening; bedieningsgeld; besturing; bijstand; botteling; dienst; diensten; dienstplicht; employees; ondersteuning; opdienen; politiedienst; serveren; serviceverlening; tafelbediening; werknemers
service après-vente service klantendienst; klantenservice; servicecentrum
service d'entretien onderhoudsdienst; service
soutien onderhoudsdienst; service aanknopingspunt; aanmoediging; aansporen; aansporing; aanwijzing; assistentie; bijstand; handreiking; houvast; hulp; hulpbetoon; hulpverlening; medewerking; ondersteuning; opwekking; schoor; schraag; steun; steunpilaar; stimulans; support; toeverlaat
Not SpecifiedVerwante vertalingenAndere vertalingen
aide help; online-Help

Verwante woorden van "service":

  • services

Computer vertaling door derden:

Verwante vertalingen van service