Overzicht
Frans naar Nederlands: Meer gegevens...
- essentiel:
-
Wiktionary:
- essentiel → essentieel, intrinsiek, vitaal, wezenlijk
- essentiel → echt, wezenlijk, essentieel, kerngedachte, essentie, noodzakelijk, cruciaal, doorslaggevend
Frans
Uitgebreide vertaling voor essentiel (Frans) in het Nederlands
essentiel:
-
essentiel (indispensable; élementaire; fondamental; crucial; décisif)
-
essentiel (nécessaire; requis; nécessairement; indispensable; exigé; inévitable)
noodzakelijk; door de behoefte vereist; nodig-
noodzakelijk bijvoeglijk naamwoord
-
door de behoefte vereist bijvoeglijk naamwoord
-
nodig bijvoeglijk naamwoord
-
-
essentiel (important; élementaire; fondamental; notable; d'importance)
-
essentiel (indispensable; nécessairement; essentielle; élémentaire; inéluctable; intrinsèque; inévitable; vital; foncièrement; de première nécessité; critique; fondamental; décisif; crucial; de base)
onmisbaar; noodzakelijk; essentieel; onontbeerlijk; wezenlijk-
onmisbaar bijvoeglijk naamwoord
-
noodzakelijk bijvoeglijk naamwoord
-
essentieel bijvoeglijk naamwoord
-
onontbeerlijk bijvoeglijk naamwoord
-
wezenlijk bijvoeglijk naamwoord
-
-
essentiel (fondamental; foncièrement; en profondeur; approfondi; consciencieux; élémentaire; intrinsèque; crucial; consciencieusement; de base; dans le détail)
-
essentiel (indispensable; nécessaire; exigé)
-
essentiel (cardinal; critique; central; fondamental; décisif; vital; crucial)
kardinaal; voornaamst; cruciaal-
kardinaal bijvoeglijk naamwoord
-
voornaamst bijvoeglijk naamwoord
-
cruciaal bijvoeglijk naamwoord
-
-
essentiel (soigneusement; consciencieux; consciencieusement; approfondi; fondé; soigneux; fondamental; à fond; en profondeur; dans le détail; juste; soigné; de base)
Vertaal Matrix voor essentiel:
Synoniemen voor "essentiel":
Wiktionary: essentiel
essentiel
Cross Translation:
adjective
-
Qui appartenir à l’essence, qui est de l’essence.
- essentiel → essentieel; intrinsiek; vitaal; wezenlijk
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• essentiel | → echt; wezenlijk; essentieel | ↔ essential — in basic form |
• essentiel | → kerngedachte; essentie | ↔ gist — the most essential part |
• essentiel | → noodzakelijk | ↔ imperative — essential |
• essentiel | → cruciaal; doorslaggevend | ↔ pivotal — being of crucial importance; central, key |
• essentiel | → essentieel | ↔ essenziell — wesentlich; zum Wesen (einer Sache) gehörig |