Overzicht
Frans naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. immaculé:
  2. Wiktionary:


Frans

Uitgebreide vertaling voor immaculé (Frans) in het Nederlands

immaculé:

immaculé bijvoeglijk naamwoord

  1. immaculé (chaste; innocent; pur; )
    onschuldig; onbevlekt; vlekkeloos; rein
  2. immaculé
    onbesmet
  3. immaculé (d'une propreté minutieuse; impeccable; irréprochable; )
    vlekkeloos; brandschoon; smetteloos
  4. immaculé (sans tache)
    onbezoedeld

Vertaal Matrix voor immaculé:

Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
brandschoon d'une propreté minutieuse; immaculé; impeccable; irréprochable; propre; pur; sans tache d'une propreté minutieuse; impeccable; propre comme un sou neuf
onbesmet immaculé
onbevlekt chaste; immaculé; innocent; intact; intègre; propre; pur authentique; chaste; chastement; innocemment; innocent; intact; nature; propre; pudique; pudiquement; pur; purement; vierge; virginal
onbezoedeld immaculé; sans tache
onschuldig chaste; immaculé; innocent; intact; intègre; propre; pur anodin; authentique; chaste; chastement; ingénu; innocemment; innocent; inoffensif; inoffensive; intact; nature; peu dangereuse; peu dangereux; propre; pudique; pudiquement; pur; purement; vierge; virginal
rein chaste; immaculé; innocent; intact; intègre; propre; pur authentique; chaste; chastement; hygiénique; hygiéniquement; innocemment; innocent; intact; nature; net; nettement; propre; proprement; pudique; pudiquement; pur; pure; purement; vierge; virginal
smetteloos d'une propreté minutieuse; immaculé; impeccable; irréprochable; propre; pur; sans tache
vlekkeloos chaste; d'une propreté minutieuse; immaculé; impeccable; innocent; intact; intègre; irréprochable; propre; pur; sans tache

Synoniemen voor "immaculé":


Wiktionary: immaculé

immaculé
adjective
  1. sans tache

Cross Translation:
FromToVia
immaculé vlekkeloos immaculate — having no stain or blemish, spotless, undefiled, clear, pure

Computer vertaling door derden:

Verwante vertalingen van immaculé