Overzicht
Frans naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. sommairement:
  2. Wiktionary:


Frans

Uitgebreide vertaling voor sommairement (Frans) in het Nederlands

sommairement:

sommairement bijvoeglijk naamwoord

  1. sommairement (concis; bref; brièvement; )
    bondig; kort
    • bondig bijvoeglijk naamwoord
    • kort bijvoeglijk naamwoord
  2. sommairement (résumé; sommaire; bref; )
    samengevat

Vertaal Matrix voor sommairement:

Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bondig bref; brièvement; concis; d'une façon concise; récapitulé; résumé; sommaire; sommairement; succinct; succinctement au minimum; bref; brièvement; concis; minimal; minime; sommaire; succinct; succinctement
kort bref; brièvement; concis; d'une façon concise; récapitulé; résumé; sommaire; sommairement; succinct; succinctement
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
samengevat bref; brièvement; d'une façon concise; récapitulé; résumé; sommaire; sommairement; succinct; succinctement

Synoniemen voor "sommairement":


Wiktionary: sommairement


Cross Translation:
FromToVia
sommairement summier summarily — in a summary manner
sommairement kortstondig summarily — briefly

Computer vertaling door derden: