Overzicht
Frans naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. nombre:
  2. Wiktionary:


Frans

Uitgebreide vertaling voor [nombre (Frans) in het Nederlands

nombre:

nombre [le ~] zelfstandig naamwoord

  1. le nombre (quantité; somme)
    de hoeveelheid; de kwantiteit; het aantal
  2. le nombre (chiffre; numéro)
    het getal
    – nummer van een of meer cijfers 1
    • getal [het ~] zelfstandig naamwoord
      • noem een getal onder de tien1
    het cijfer
    – teken waarmee je een getal aangeeft 1
    • cijfer [het ~] zelfstandig naamwoord
      • ik noem een getal van twee cijfers1
  3. le nombre (chiffre; numéro)
    het cijfer; het rangnummer

Vertaal Matrix voor nombre:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
aantal nombre; quantité; somme
cijfer chiffre; nombre; numéro note; note du bulletin
getal chiffre; nombre; numéro
hoeveelheid nombre; quantité; somme partie; quantité
kwantiteit nombre; quantité; somme degrée; quantité
rangnummer chiffre; nombre; numéro

Synoniemen voor "nombre":


Wiktionary: nombre

nombre
noun
  1. (mathématiques) concept mathématique représentant une quantité.
nombre
noun
  1. een telbare hoeveelheid
  2. (wiskunde, nld) abstracte weergave van een hoeveelheid m.b.v. cijfers en eventueel een komma

Cross Translation:
FromToVia
nombre aantal; hoeveelheid number — abstract entity
nombre aantal number — quantity
nombre getal ZahlQuantität (das Wieviel), numerischer Wert
nombre aantal Anzahleine Anzahl: einige; ein gewisser Anteil einer Gesamtzahl

Verwante vertalingen van [nombre