Overzicht
Frans naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. élévateur:
  2. Wiktionary:
    • élévateur → hijs


Frans

Uitgebreide vertaling voor élévateur (Frans) in het Nederlands

élévateur:

élévateur [le ~] zelfstandig naamwoord

  1. l'élévateur (appareil de levage; cage de levage)
    hijskooi
  2. l'élévateur (élévateur marinier)
    scheepskameel

Vertaal Matrix voor élévateur:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
hijskooi appareil de levage; cage de levage; élévateur
scheepskameel élévateur; élévateur marinier

Synoniemen voor "élévateur":


Wiktionary: élévateur

élévateur
noun
  1. hijswerktuig

Verwante vertalingen van élévateur