Home ->Woordenboeken ->Frans/Nederlands ->Zoek: Juif

Franse en Nederlandse zoekresultaten voor: Juif

Overzicht

Frans naar Nederlands: Meer gegevens...

juif:
- Jood; Hebreeër; jood
Wiktionary:
- Juif → jood
- Juif → jood, Jodin, Jood
- juif → Jood, jood
- juif → Israëlitisch, joods, Joods

Frans

Uitgebreide vertaling voor Juif (Frans) in het Nederlands

juif:

juif [le ~] zelfstandig naamwoord

le juif (Hébreu)
de Jood; de Hebreeër
- Jood [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
- Hebreeër [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
le juif
de jood
- jood [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor juif:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
Hebreeër	Hébreu; juif
Jood	Hébreu; juif
jood	juif

Synoniemen voor "juif":

hébreu; hébraïque; judaïque; israélite; sémite

Wiktionary: juif

juif

noun

een aanhanger van het Joodse geloof, het Jodendom
- Jood → juif; juive
een lid van het Joodse volk
- jood → juif

Cross Translation:

From	To	Via
• juif	→ Israëlitisch; joods	↔ Jewish — of or relating to a Jew or Jews, their ethnicity, religion or culture
• juif	→ Joods	↔ Jewish — informal term for Yiddish
• juif	→ Joods	↔ jüdisch — dem Judentum zugehörig

Wiktionary: Juif

Juif

noun

(histoire) Nom donné dans l’Antiquité aux habitants du royaume de Juda, en particulier aux Hébreux après leur retour de Babylone.
- Juif → jood

Cross Translation:

From	To	Via
• Juif	→ jood	↔ Jew — person of the Jewish faith
• Juif	→ Jodin; Jood	↔ Jew — a person with a Jewish cultural or ancestral connection

Verwante vertalingen van Juif

cimetière juif