Frans

Uitgebreide vertaling voor absurdité (Frans) in het Nederlands

absurdité:

absurdité [la ~] zelfstandig naamwoord

  1. l'absurdité (non-sens; balivernes)
    de humbug; de onzin; de nonsens; de zotteklap; de kul; de larie
    • humbug [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • onzin [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • nonsens [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • zotteklap [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • kul [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • larie [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
  2. l'absurdité (arriération mentale; folie)
    de waanzin; de idioterie; de krankzinnigheid; de achterlijkheid
  3. l'absurdité
    het onding
    • onding [het ~] zelfstandig naamwoord
  4. l'absurdité (bêtise; idiotie; manque de raison; )
    de ongerijmdheid; de absurditeit; de onzinnigheid; de dwaasheid; de idioterie; het onverstand
  5. l'absurdité (charabia; sottise; bêtises; )
    de wartaal; de gekkenpraat; het gebazel; de mallepraat

Vertaal Matrix voor absurdité:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
absurditeit absurdité; aliénation mentale; bêtise; folie; idiotie; manque de raison; manque de sagesse; non-sens; sottise
achterlijkheid absurdité; arriération mentale; folie débilité mentale; sénilité
dwaasheid absurdité; aliénation mentale; bêtise; folie; idiotie; manque de raison; manque de sagesse; non-sens; sottise blague; bouffonnerie; bêtise; déraison; folie; idiotie; plaisanterie; sottise; stupidité
gebazel absurdité; bêtises; charabia; galimatias; radotage; sottise; stupidité baliverne; conneries; papotage; radotage; radotages; sottises
gekkenpraat absurdité; bêtises; charabia; galimatias; radotage; sottise; stupidité
humbug absurdité; balivernes; non-sens baliverne; balivernes; bêtises; ineptie
idioterie absurdité; aliénation mentale; arriération mentale; bêtise; folie; idiotie; manque de raison; manque de sagesse; non-sens; sottise blague; bouffonnerie; bêtise; déraison; folie; idiotie; plaisanterie; sottise; stupidité
krankzinnigheid absurdité; arriération mentale; folie
kul absurdité; balivernes; non-sens baliverne; balivernes; bêtises; ineptie
larie absurdité; balivernes; non-sens baliverne; balivernes; bêtises; ineptie
mallepraat absurdité; bêtises; charabia; galimatias; radotage; sottise; stupidité
nonsens absurdité; balivernes; non-sens baliverne; balivernes; bêtises; ineptie
onding absurdité
ongerijmdheid absurdité; aliénation mentale; bêtise; folie; idiotie; manque de raison; manque de sagesse; non-sens; sottise
onverstand absurdité; aliénation mentale; bêtise; folie; idiotie; manque de raison; manque de sagesse; non-sens; sottise
onzin absurdité; balivernes; non-sens
onzinnigheid absurdité; aliénation mentale; bêtise; folie; idiotie; manque de raison; manque de sagesse; non-sens; sottise inutilité; vanité
waanzin absurdité; arriération mentale; folie baliverne; balivernes; bêtises; ineptie
wartaal absurdité; bêtises; charabia; galimatias; radotage; sottise; stupidité
zotteklap absurdité; balivernes; non-sens

Synoniemen voor "absurdité":


Wiktionary: absurdité

absurdité
noun
  1. Caractère de ce qui est absurde.
absurdité
noun
  1. dwaasheid

Cross Translation:
FromToVia
absurdité onzin; nonsens; flauwekul nonsense — meaningless words