Overzicht
Frans naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. affection:
  2. Wiktionary:


Frans

Uitgebreide vertaling voor affection (Frans) in het Nederlands

affection:

affection [la ~] zelfstandig naamwoord

  1. l'affection (amour; tendresse)
    de liefde; de genegenheid; de innigheid
  2. l'affection (maladie chronique; désagrément; inconvénient)
    slepende ziekte; de stoornis; de kwaal
  3. l'affection (inclinaison)
    de inclinatie; de genegenheid
  4. l'affection (inclination)
    de genegenheid; de toegenegenheid
  5. l'affection (fausseté; tricherie; escroquerie; )
    de valsheid; de onechtheid

Vertaal Matrix voor affection:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
genegenheid affection; amour; inclinaison; inclination; tendresse ambition; application; ardeur; assiduité; attachement; caractère passionné; consécration; dévouement; fougue; passion; sollicitude
inclinatie affection; inclinaison caractère; convoitise; disposition; désir; goût pour; inclination; nature; paroi; penchant; prédilection; préférence; sympathies; tempérament; tendance
innigheid affection; amour; tendresse douceur; intimité; passion; tendresse
kwaal affection; désagrément; inconvénient; maladie chronique
liefde affection; amour; tendresse
onechtheid affection; duperie; dénaturation; escroquerie; fausseté; illégitimité; manque de sincérité; perfidie; sournoiserie; tricherie; tromperie
slepende ziekte affection; désagrément; inconvénient; maladie chronique
stoornis affection; désagrément; inconvénient; maladie chronique désordre; interruption
toegenegenheid affection; inclination
valsheid affection; duperie; dénaturation; escroquerie; fausseté; illégitimité; manque de sincérité; perfidie; sournoiserie; tricherie; tromperie déloyauté; fausseté; tour de fourberie

Synoniemen voor "affection":


Wiktionary: affection

affection
noun
  1. het gesteld zijn op iemand

Verwante vertalingen van affection