Overzicht
Frans naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. affranchissement:
  2. Wiktionary:


Frans

Uitgebreide vertaling voor affranchissement (Frans) in het Nederlands

affranchissement:

affranchissement [le ~] zelfstandig naamwoord

  1. l'affranchissement (amnistie; libération; exonération; )
    de amnestie; de kwijtschelding; de vrijlating
  2. l'affranchissement (frais de port; porto; port)
    de porto; frankeerkosten; briefport

Vertaal Matrix voor affranchissement:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
amnestie absolution; affranchissement; amnistie; dispense; exemption; exonération; libération; mise en liberté; pardon
briefport affranchissement; frais de port; port; porto
frankeerkosten affranchissement; frais de port; port; porto
kwijtschelding absolution; affranchissement; amnistie; dispense; exemption; exonération; libération; mise en liberté; pardon absolution; amnistie; clémence; exonération; grâce; pardon
porto affranchissement; frais de port; port; porto
vrijlating absolution; affranchissement; amnistie; dispense; exemption; exonération; libération; mise en liberté; pardon amnistie; libération; mise en liberté

Synoniemen voor "affranchissement":


Wiktionary: affranchissement

affranchissement

Verwante vertalingen van affranchissement