Frans

Uitgebreide vertaling voor allongé (Frans) in het Nederlands

allonge:

allonge [la ~] zelfstandig naamwoord

  1. l'allonge (portée)
    de range; het bereik; de reikwijdte; het verspreidingsgebied; de draagwijdte
  2. l'allonge (rallonge)
    de aanzetting; aanzetsel; het aanzetstuk

Vertaal Matrix voor allonge:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
aanzetsel allonge; rallonge
aanzetstuk allonge; rallonge
aanzetting allonge; rallonge
bereik allonge; portée champ visuel; couverture des données; plage; portée; étendue; étendue de recherche
draagwijdte allonge; portée
range allonge; portée
reikwijdte allonge; portée
verspreidingsgebied allonge; portée

Synoniemen voor "allonge":


allongé:

allongé bijvoeglijk naamwoord

  1. allongé (étiré; étendu)
    uitgestrekt; langgerekt; lang en smal
  2. allongé
    langwerpig; langgerekt

Vertaal Matrix voor allongé:

Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
langgerekt allongé; étendu; étiré
langwerpig allongé
uitgestrekt allongé; étendu; étiré couché; gisant; être gisant tout de son long
Not SpecifiedVerwante vertalingenAndere vertalingen
langgerekt contour en tortue
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
lang en smal allongé; étendu; étiré

Synoniemen voor "allongé":


allonger:

allonger werkwoord (allonge, allonges, allongeons, allongez, )

  1. allonger (rallonger; étendre; prolonger; )
    uitrekken; verlengen
    • uitrekken werkwoord (rek uit, rekt uit, rekte uit, rekten uit, uitgerekt)
    • verlengen werkwoord (verleng, verlengt, verlengde, verlengden, verlengd)
  2. allonger (s'étendre)
    uitstrekken; rekken
    • uitstrekken werkwoord (strek uit, strekt uit, strekte uit, strekten uit, uitgestrekt)
    • rekken werkwoord (rek, rekt, rekte, rekten, gerekt)
  3. allonger (diluer; couper)
    verdunnen; versnijden; verwateren; aanlengen
    • verdunnen werkwoord (verdun, verdunt, verdunde, verdunden, verdund)
    • versnijden werkwoord (versnijd, versnijdt, versneed, versneden, versneden)
    • verwateren werkwoord (verwater, verwatert, verwaterde, verwaterden, verwaterd)
    • aanlengen werkwoord (leng aan, lengt aan, lengde aan, lengden aan, aangelengd)
  4. allonger
    lengen
    • lengen werkwoord (leng, lengt, lengde, lengden, gelengd)

Conjugations for allonger:

Présent
  1. allonge
  2. allonges
  3. allonge
  4. allongeons
  5. allongez
  6. allongent
imparfait
  1. allongeais
  2. allongeais
  3. allongeait
  4. allongions
  5. allongiez
  6. allongeaient
passé simple
  1. allongeai
  2. allongeas
  3. allongea
  4. allongeâmes
  5. allongeâtes
  6. allongèrent
futur simple
  1. allongerai
  2. allongeras
  3. allongera
  4. allongerons
  5. allongerez
  6. allongeront
subjonctif présent
  1. que j'allonge
  2. que tu allonges
  3. qu'il allonge
  4. que nous allongions
  5. que vous allongiez
  6. qu'ils allongent
conditionnel présent
  1. allongerais
  2. allongerais
  3. allongerait
  4. allongerions
  5. allongeriez
  6. allongeraient
passé composé
  1. ai allongé
  2. as allongé
  3. a allongé
  4. avons allongé
  5. avez allongé
  6. ont allongé
divers
  1. allonge!
  2. allongez!
  3. allongeons!
  4. allongé
  5. allongeant
1. je, 2. tu, 3. il/elle/on, 4. nous, 5. vous, 6. ils/elles

Vertaal Matrix voor allonger:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
uitrekken action d'étendre
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
aanlengen allonger; couper; diluer
lengen allonger
rekken allonger; s'étendre ajourner; faire traîner les choses en longueur; ralentir; renvoyer; reporter; repousser; retarder; serrer; temporiser; tendre; étendre; étirer
uitrekken allonger; prolonger; rallonger; s'élargir; s'étirer; étendre; étirer étirer
uitstrekken allonger; s'étendre
verdunnen allonger; couper; diluer
verlengen allonger; prolonger; rallonger; s'élargir; s'étirer; étendre; étirer prolonger
versnijden allonger; couper; diluer abîmer en coupant; gâcher en coupant
verwateren allonger; couper; diluer

Synoniemen voor "allonger":


Wiktionary: allonger

allonger
verb
  1. Traductions à trier suivant le sens
allonger
verb
  1. langer worden
  2. iets groter, langer of ruimer maken
  3. langer maken

Verwante vertalingen van allongé