Assertion: vertaling Frans

Overzicht

Frans naar Nederlands: Meer gegevens...

assertion:
- bewering; stelling; thesis; aanname; these; beweren; hypothese; veronderstelling
Wiktionary:
- assertion → assertie
- assertion → bevestiging, assertie

Frans

Uitgebreide vertaling voor assertion (Frans) in het Nederlands

l'assertion (affirmation; allégation; supposition; position)
de bewering; de stelling
- bewering [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- stelling [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
l'assertion (thèse; proposition; prise de position; position)
de thesis; de stelling; de aanname; de these
- thesis [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- stelling [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- aanname [de ~] zelfstandig naamwoord
- these [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
l'assertion (affirmation)
beweren
- beweren [znw.] zelfstandig naamwoord
l'assertion (hypothèse; thèse; proposition; supposition; théorème; théorie)
de hypothese; de veronderstelling; de stelling
- hypothese [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- veronderstelling [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- stelling [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
aanname	assertion; position; prise de position; proposition; thèse
beweren	affirmation; assertion
bewering	affirmation; allégation; assertion; position; supposition	annonce; attitude; avis; communication; faire-part; opinion; opinions; optique; point de vue; position; prise de position
hypothese	assertion; hypothèse; proposition; supposition; thèse; théorie; théorème
stelling	affirmation; allégation; assertion; hypothèse; position; prise de position; proposition; supposition; thèse; théorie; théorème	grille; problème; problématique; question; échafaudage; énigme; énoncé du problème; étagère
these	assertion; position; prise de position; proposition; thèse
thesis	assertion; position; prise de position; proposition; thèse
veronderstelling	assertion; hypothèse; proposition; supposition; thèse; théorie; théorème	conjecture; hypothèse; idée fondamentale; point de départ; présomption; soupçon; supposition
Werkwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
beweren		argumenter; attester; avancer; certifier; déclarer; faire semblant; feindre; porter témoignage; prétendre; prétexter; simuler; soutenir; témoigner

assertion

noun

Cross Translation:

From	To	Via
• assertion	→ bevestiging	↔ assertion — statement asserted
• assertion	→ assertie	↔ Assertion — Philosophie, Linguistik: bestimmte, feststellende Behauptung, Feststellung oder Versicherung, bei der ohne jede Begründung etwas als wahr behauptet oder geleugnet wird