Overzicht
Frans naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. auditeur:
  2. Wiktionary:


Frans

Uitgebreide vertaling voor auditeur (Frans) in het Nederlands

auditeur:

auditeur [le ~] zelfstandig naamwoord

  1. l'auditeur (comptable; expert-comptable; vérificateur)
    de accountant; de verificateur; de registeraccountant
  2. l'auditeur (écouteur)
    de luisteraar
  3. l'auditeur
    de toehoorder
  4. l'auditeur
    de concertbezoeker
  5. l'auditeur
    de accountant

Vertaal Matrix voor auditeur:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
accountant auditeur; comptable; expert-comptable; vérificateur
concertbezoeker auditeur
luisteraar auditeur; écouteur
registeraccountant auditeur; comptable; expert-comptable; vérificateur
toehoorder auditeur
verificateur auditeur; comptable; expert-comptable; vérificateur

Synoniemen voor "auditeur":


Wiktionary: auditeur

auditeur
noun
  1. Celui, celle qui écoute un discours, une lecture, un récit, une leçon, une exécution musicale, etc.

Cross Translation:
FromToVia
auditeur luisteraar listener — someone who listens

Verwante vertalingen van auditeur