Home ->Woordenboeken ->Frans/Nederlands ->Zoek: automobile

Franse en Nederlandse zoekresultaten voor: automobile

Overzicht

Frans naar Nederlands: Meer gegevens...

automobile:
- auto; wagen; vehikel; kar; automobiel; auto-industrie
Wiktionary:
- automobile → auto, automobiel
- automobile → auto, wagen, automobiel

Frans

Uitgebreide vertaling voor automobile (Frans) in het Nederlands

automobile:

automobile [la ~] zelfstandig naamwoord

l'automobile (voiture; véhicule; bagnole)
de auto; de wagen; het vehikel; de kar
- auto [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
- wagen [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
- vehikel [het ~] zelfstandig naamwoord
- kar [de ~] zelfstandig naamwoord
l'automobile
de automobiel
- automobiel [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
l'automobile (industrie automobile)
de auto-industrie
- auto-industrie [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor automobile:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
auto	automobile; bagnole; voiture; véhicule
auto-industrie	automobile; industrie automobile
automobiel	automobile
kar	automobile; bagnole; voiture; véhicule	chariot; charrette; charrette à bras; voiture; voiturette; véhicule
vehikel	automobile; bagnole; voiture; véhicule	chariot; charrette; voiture; voiturette; véhicule
wagen	automobile; bagnole; voiture; véhicule	audace; auto; bagnole; chariot; charrette; courage; voiture; voiturette; véhicule
Werkwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
wagen		aventurer; hasarder; oser; risquer

Synoniemen voor "automobile":

auto; voiture; véhicule; coupé; roadster; décapotable; phaéton; machine; automoteur; autotracté; berline; limousine; pèlerine

Wiktionary: automobile

automobile

noun

véhicule terrestre de une à sept places, muni d’un moteur et d’une réserve d’énergie pour celui-ci, ce qui rend ce véhicule autonome sur plusieurs dizaines à centaines de kilomètres.
- automobile → auto; automobiel

Cross Translation:

From	To	Via
• automobile	→ auto; wagen; automobiel	↔ car — automobile, a vehicle steered by a driver
• automobile	→ auto	↔ Auto — Verkehr: selbst angetriebenes Straßenfahrzeug; mehr noch als in der Langform Automobil sind hier meist Personenkraftwagen gemeint

Verwante vertalingen van automobile

Nederlands

Uitgebreide vertaling voor automobile (Nederlands) in het Frans

automobile: ^{(*Woord en zin splitter gebruikt)}

auto: voiture; véhicule; bagnole; automobile
Mobile: Mobile