Overzicht
Frans naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. boulanger:
  2. Wiktionary:


Frans

Uitgebreide vertaling voor boulanger (Frans) in het Nederlands

boulanger:

boulanger [le ~] zelfstandig naamwoord

  1. le boulanger
    de bakker; de broodbakker
    • bakker [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • broodbakker [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor boulanger:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bakker boulanger
broodbakker boulanger

Synoniemen voor "boulanger":


Wiktionary: boulanger

boulanger
noun
  1. Personne dont le métier est de fabriquer le pain.

Cross Translation:
FromToVia
boulanger bakker baker — person who bakes and sells bread, etc
boulanger bakker Bäcker — Handwerker, der Backwaren wie Brot, Kuchen usw. herstellt
boulanger bakken backen — im Ofen erhitzen