Overzicht
Frans naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. cabinet:
  2. Wiktionary:
Nederlands naar Frans:   Meer gegevens...
  1. cabinet:


Frans

Uitgebreide vertaling voor cabinet (Frans) in het Nederlands

cabinet:

cabinet [le ~] zelfstandig naamwoord

  1. le cabinet (gouvernement; autorité; cabinets; )
    de regering; het gouvernement; het gezag; het kabinet
    • regering [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • gouvernement [het ~] zelfstandig naamwoord
    • gezag [het ~] zelfstandig naamwoord
    • kabinet [het ~] zelfstandig naamwoord
  2. le cabinet (buffet)
    kabinetkast; het kabinet
  3. le cabinet (Chambre des Etats-Généraux)
    het kabinet; Kamer der Staten-Generaal; de kamer
  4. le cabinet (cabine de pilotage; cabine; cabine téléphonique)
    de cabine; het kamertje
    • cabine [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • kamertje [het ~] zelfstandig naamwoord
  5. le cabinet (salle de musée; galerie; salle d'exposition; )
    de museumzaal; de kunstzaal

Vertaal Matrix voor cabinet:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Kamer der Staten-Generaal Chambre des Etats-Généraux; cabinet
cabine cabine; cabine de pilotage; cabine téléphonique; cabinet cabine; cabine d'essayage; cabine d'un bateau; cabine de pilotage; cabine téléphonique; cockpit; poste de pilotage
gezag autorité; cabinet; cabinets; galerie; galerie d'art; gouvernement; gouvernement de l'Etat; hall d'exposition; pouvoir public; salle d'exposition; salon d'art; toilettes autorité; autorités; domination; détenteur du pouvoir; détentrice du pouvoir; pouvoir; puissance
gouvernement autorité; cabinet; cabinets; galerie; galerie d'art; gouvernement; gouvernement de l'Etat; hall d'exposition; pouvoir public; salle d'exposition; salon d'art; toilettes
kabinet Chambre des Etats-Généraux; autorité; buffet; cabinet; cabinets; galerie; galerie d'art; gouvernement; gouvernement de l'Etat; hall d'exposition; pouvoir public; salle d'exposition; salon d'art; toilettes
kabinetkast buffet; cabinet
kamer Chambre des Etats-Généraux; cabinet chambre; pièce
kamertje cabine; cabine de pilotage; cabine téléphonique; cabinet
kunstzaal cabinet; galerie; galerie d'art; hall d'exposition; salle d'exposition; salle de musée; salon d'art
museumzaal cabinet; galerie; galerie d'art; hall d'exposition; salle d'exposition; salle de musée; salon d'art
regering autorité; cabinet; cabinets; galerie; galerie d'art; gouvernement; gouvernement de l'Etat; hall d'exposition; pouvoir public; salle d'exposition; salon d'art; toilettes gouvernement

Synoniemen voor "cabinet":


Wiktionary: cabinet

cabinet
noun
  1. Petite pièce retirée.

Cross Translation:
FromToVia
cabinet kabinet cabinet — group of advisors
cabinet toilet; WC toilet — lavatory, w.c. (the room)
cabinet praktijk Praxis — Geschäftsräume eines Arztes oder Juristen

Verwante vertalingen van cabinet