Overzicht
Frans naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. cactus:
  2. Wiktionary:
Nederlands naar Frans:   Meer gegevens...
  1. cactus:
  2. Wiktionary:


Frans

Uitgebreide vertaling voor cactus (Frans) in het Nederlands

cactus:

cactus [le ~] zelfstandig naamwoord

  1. le cactus
    de cactus
    • cactus [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
  2. le cactus
    de cactussen
    • cactussen [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.

Vertaal Matrix voor cactus:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
cactus cactus
cactussen cactus

Synoniemen voor "cactus":


Wiktionary: cactus

cactus
noun
  1. (botanique) genre de plantes grasses dont la tige est en général charnue, garnir d’aiguillons en faisceaux et ordinairement dépourvue de feuilles. Le genre compte le nopal, la raquette parmi ses espèces.

Cross Translation:
FromToVia
cactus cactus cactus — member of the Cactaceae
cactus cactus KaktusBotanik: sukkulente Pflanze aus der Familie Cactaceae



Nederlands

Uitgebreide vertaling voor cactus (Nederlands) in het Frans

cactus:

cactus [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de cactus
    le cactus
    • cactus [le ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor cactus:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
cactus cactus cactussen

Verwante woorden van "cactus":


Wiktionary: cactus

cactus
noun
  1. (botanique) genre de plantes grasses dont la tige est en général charnue, garnir d’aiguillons en faisceaux et ordinairement dépourvue de feuilles. Le genre compte le nopal, la raquette parmi ses espèces.

Cross Translation:
FromToVia
cactus cactus cactus — member of the Cactaceae
cactus cactus KaktusBotanik: sukkulente Pflanze aus der Familie Cactaceae