Overzicht
Frans naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. caler:


Frans

Uitgebreide vertaling voor caler (Frans) in het Nederlands

caler:

caler werkwoord

  1. caler (attacher; fixer; assujettir; rattacher)
    aanhechten; bevestigen; hechten
    • aanhechten werkwoord (hecht aan, hechtte aan, hechtten aan, aangehecht)
    • bevestigen werkwoord (bevestig, bevestigt, bevestigde, bevestigden, bevestigd)
    • hechten werkwoord (hecht, hechtte, hechtten, gehecht)

Vertaal Matrix voor caler:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
aanhechten affichage; apposition; fait de fixer; fixer; rattachement
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
aanhechten assujettir; attacher; caler; fixer; rattacher agrafer
bevestigen assujettir; attacher; caler; fixer; rattacher adhérer à; agrafer; approuver; attacher; attacher à qc; boutonner; coller; confirmer; consentir; entériner; ficeler; fixer; installer; lier; marquer; mettre; mettre à l'attache; nouer; parapher; poser; ratifier; renforcer; sceller; souscire à; timbrer; valider
hechten assujettir; attacher; caler; fixer; rattacher attacher; coller; coudre; engluer; fixer; rattacher; s'attacher; suturer

écaler:


Synoniemen voor "écaler":


Verwante vertalingen van caler