Overzicht
Frans naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. chaque:
  2. Wiktionary:


Frans

Uitgebreide vertaling voor chaque (Frans) in het Nederlands

chaque:

chaque bijvoeglijk naamwoord

  1. chaque
    elke; iedere; elk
    • elke bijvoeglijk naamwoord
    • iedere bijvoeglijk naamwoord
    • elk bijvoeglijk naamwoord
  2. chaque (chacun; tout le monde; tous)
    iedereen; ieder; elk; elkeen; allen
    • iedereen bijvoeglijk naamwoord
    • ieder bijvoeglijk naamwoord
    • elk bijvoeglijk naamwoord
    • elkeen bijvoeglijk naamwoord
    • allen bijvoeglijk naamwoord

Vertaal Matrix voor chaque:

BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
allen chacun; chaque; tous; tout le monde tous; tous ensemble; tout le monde; toutes
elk chacun; chaque; tous; tout le monde
elke chaque
elkeen chacun; chaque; tous; tout le monde
ieder chacun; chaque; tous; tout le monde
iedere chaque
iedereen chacun; chaque; tous; tout le monde

Synoniemen voor "chaque":


Wiktionary: chaque

chaque
adjective
  1. déterminant distributif, qui se placer toujours avant le nom et n’a pas de pluriel. Se dit d’une personne, d’une chose qui fait partie d’un tout, d’un ensemble.
chaque
pronoun
  1. ieder afzonderlijk

Cross Translation:
FromToVia
chaque ieder; elk each — every
chaque beide either — each of two
chaque elk; ieder every — all of a countable group
chaque ieder jeder — Bildet eine Iteration über alle Einzelnen einer Gruppe

Verwante vertalingen van chaque