Overzicht
Frans naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. coiffure:
  2. Wiktionary:
Nederlands naar Frans:   Meer gegevens...
  1. coiffure:
  2. Wiktionary:


Frans

Uitgebreide vertaling voor coiffure (Frans) in het Nederlands

coiffure:

coiffure [la ~] zelfstandig naamwoord

  1. la coiffure (coupe de cheveux)
    het kapsel; de frisuur; de coiffure
    • kapsel [het ~] zelfstandig naamwoord
    • frisuur [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • coiffure [de ~] zelfstandig naamwoord
  2. la coiffure (coupe)
    de coupe; de haarsnit; de coiffure
    • coupe [de ~] zelfstandig naamwoord
    • haarsnit [de ~] zelfstandig naamwoord
    • coiffure [de ~] zelfstandig naamwoord
  3. la coiffure (coupe)
    de coupe; de haarsnit; haarstijl; de haarlijn
    • coupe [de ~] zelfstandig naamwoord
    • haarsnit [de ~] zelfstandig naamwoord
    • haarstijl [znw.] zelfstandig naamwoord
    • haarlijn [de ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor coiffure:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
coiffure coiffure; coupe; coupe de cheveux
coupe coiffure; coupe coupe; coupe de glace
frisuur coiffure; coupe de cheveux
haarlijn coiffure; coupe ligne fine
haarsnit coiffure; coupe
haarstijl coiffure; coupe
kapsel coiffure; coupe de cheveux

Synoniemen voor "coiffure":


Wiktionary: coiffure

coiffure
noun
  1. Manière dont on arrange les cheveux.
coiffure
noun
  1. de manier waarop het haar geknipt is

Cross Translation:
FromToVia
coiffure kapsel; haardracht; frissuur FrisurArt, wie die Haare schneiden und aufmachen sind

Verwante vertalingen van coiffure



Nederlands

Uitgebreide vertaling voor coiffure (Nederlands) in het Frans

coiffure:

coiffure [de ~] zelfstandig naamwoord

  1. de coiffure (haarsnit; coupe)
    la coiffure; la coupe
    • coiffure [la ~] zelfstandig naamwoord
    • coupe [la ~] zelfstandig naamwoord
  2. de coiffure (kapsel; frisuur)
    la coiffure; la coupe de cheveux

Vertaal Matrix voor coiffure:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
coiffure coiffure; coupe; frisuur; haarsnit; kapsel coupe; haarlijn; haarsnit; haarstijl
coupe coiffure; coupe; haarsnit afsnijden; aktetas; beker; bokaal; coupe; cup; doorsnee; drinkbeker; drinkglas; gesnij; glas; glazen pul; haarlijn; haarsnit; haarstijl; ijsbeker; ijscoupe; kelk; knipje; mok; pasvorm; pul; segment; snit; tas
coupe de cheveux coiffure; frisuur; kapsel

Verwante woorden van "coiffure":

  • coiffures

Wiktionary: coiffure

coiffure
noun
  1. Manière dont on arrange les cheveux.