Frans

Uitgebreide vertaling voor de nouveau (Frans) in het Nederlands

nouveau:

nouveau bijvoeglijk naamwoord

  1. nouveau (neuf)
    nieuw; pas gekocht
  2. nouveau (frais)
    nieuwe
    • nieuwe bijvoeglijk naamwoord
  3. nouveau (avancé; dernier; ultime)
    geavanceerde; laatste; allernieuwste
  4. nouveau (intact; non entamé; inutilement; )
    onaangeroerd; onaangetast; ongebruikt; ongeopend; onaangebroken

nouveau [le ~] zelfstandig naamwoord

  1. le nouveau (bizut; néophyte; bizuth)
    het groentje; de nieuwkomer
  2. le nouveau (bizuth; débutant; blanc-bec; )
    de nieuweling; de nieuwkomer
  3. le nouveau (étudiant de première année; bizuth; bleu; bizut)
    foet; eerstejaars student; het groentje; de eerstejaars

Vertaal Matrix voor nouveau:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
eerstejaars bizut; bizuth; bleu; nouveau; étudiant de première année
eerstejaars student bizut; bizuth; bleu; nouveau; étudiant de première année
foet bizut; bizuth; bleu; nouveau; étudiant de première année
groentje bizut; bizuth; bleu; nouveau; néophyte; étudiant de première année bleu; couard; lâche; pleutre; poltron
laatste dernier; dernière
nieuweling bizuth; blanc-bec; bleu; débutant; débutante; nouveau; novice
nieuwkomer bizut; bizuth; blanc-bec; bleu; débutant; débutante; nouveau; novice; néophyte
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
nieuw neuf; nouveau de fraîche date; frais; fraîchement
onaangebroken en entier; entier; froid; impassible; inaltéré; inoccupé; insensible; intact; intacte; intégral; inutilement; naturel; neuf; non entamé; non occupé; nouveau; pur; qui n'a pas encore servi; spontané; vainement; vierge; virginal
onaangeroerd en entier; entier; froid; impassible; inaltéré; inoccupé; insensible; intact; intacte; intégral; inutilement; naturel; neuf; non entamé; non occupé; nouveau; pur; qui n'a pas encore servi; spontané; vainement; vierge; virginal
onaangetast en entier; entier; froid; impassible; inaltéré; inoccupé; insensible; intact; intacte; intégral; inutilement; naturel; neuf; non entamé; non occupé; nouveau; pur; qui n'a pas encore servi; spontané; vainement; vierge; virginal dans toute sa force; entier; impassible; impeccable; impeccablement; inaltéré; intact; non corrodé; parfait; parfaitement; pur; sans défaut; vierge
ongebruikt en entier; entier; froid; impassible; inaltéré; inoccupé; insensible; intact; intacte; intégral; inutilement; naturel; neuf; non entamé; non occupé; nouveau; pur; qui n'a pas encore servi; spontané; vainement; vierge; virginal
ongeopend en entier; entier; froid; impassible; inaltéré; inoccupé; insensible; intact; intacte; intégral; inutilement; naturel; neuf; non entamé; non occupé; nouveau; pur; qui n'a pas encore servi; spontané; vainement; vierge; virginal
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
allernieuwste avancé; dernier; nouveau; ultime
geavanceerde avancé; dernier; nouveau; ultime
laatste avancé; dernier; nouveau; ultime dernier; dernière; final
nieuwe frais; nouveau
pas gekocht neuf; nouveau

Synoniemen voor "nouveau":


Wiktionary: nouveau

nouveau
adjective
  1. Qui n’existait pas, qui était inconnu
nouveau
adjective
  1. recentelijk gemaakt
  2. recentelijk ontdekt
  3. huidige
  4. onderscheidt nieuwere namen van oudere
  5. in originele staat
  6. vreemd, onbekend
  7. recentelijk aangekomen of opgedoken
  8. woorden die in een of meer van de bovenstaande categoriën horen, maar waarvan niet bekend is in welke (voel u vrij deze woorden in de juiste categorie in te voegen)

Cross Translation:
FromToVia
nouveau nieuw; vers fresh — new or clean
nouveau onervaren; een groentje green — inexperienced
nouveau nieuw new — recently made or created
nouveau nieuw new — additional, recently discovered
nouveau nieuw new — current or later
nouveau nieuw new — distinguishing something established more recently
nouveau nieuw new — in original condition, pristine
nouveau nieuw; ander new — refreshed, reinvigorated
nouveau nieuw; vers new — of recent origin
nouveau nieuw new — strange, unfamiliar
nouveau nieuw new — recently arrived or appeared
nouveau nieuw new — inexperienced, unaccustomed
nouveau nieuw novel — new, original, especially in an interesting way
nouveau nieuw neu — vor kurzer Zeit gemacht oder geschehen

de nouveau:

de nouveau bijvoeglijk naamwoord

  1. de nouveau (encore une fois; encore; à nouveau; )
    weer; nogmaals; andermaal; opnieuw; wederom
  2. de nouveau
    weer; opnieuw
  3. de nouveau
    opnieuw
  4. de nouveau (une fois de plus; encore)
    alweer
    • alweer bijvoeglijk naamwoord
  5. de nouveau (de retour; à nouveau)
    weer; weerom; weder
  6. de nouveau (encore; une fois de plus)
    nog wel

Vertaal Matrix voor de nouveau:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
weer climat; conditions atmosphériques; temps
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
andermaal de nouveau; de retour; derechef; en retour; encore; encore une fois; à nouveau encore
nogmaals de nouveau; de retour; derechef; en retour; encore; encore une fois; à nouveau encore une fois
opnieuw de nouveau; de retour; derechef; en retour; encore; encore une fois; à nouveau restauration par progression
weder de nouveau; de retour; à nouveau
wederom de nouveau; de retour; derechef; en retour; encore; encore une fois; à nouveau
weer de nouveau; de retour; derechef; en retour; encore; encore une fois; à nouveau
weerom de nouveau; de retour; à nouveau
Not SpecifiedVerwante vertalingenAndere vertalingen
herhalend de nouveau; encore une fois
nogmaals de nouveau; encore une fois
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
nog een keer de nouveau; encore; une fois de plus; à nouveau
nog eens de nouveau; encore; une fois de plus; à nouveau
weer temps
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
alweer de nouveau; encore; une fois de plus
nog wel de nouveau; encore; une fois de plus

Wiktionary: de nouveau

de nouveau
adverb
  1. opnieuw, nogmaals, wederom, weer
  2. nog een keer , opnieuw
  3. nog een keer

Cross Translation:
FromToVia
de nouveau nogmaals; opnieuw; alweer; weer; wederom again — another time
de nouveau wedergeboren born-again — renewed commitment to Jesus Christ
de nouveau wederom once again — one more time

à nouveau:

à nouveau bijvoeglijk naamwoord

  1. à nouveau (de nouveau; encore une fois; encore; )
    weer; nogmaals; andermaal; opnieuw; wederom
  2. à nouveau (de retour; de nouveau)
    weer; weerom; weder
  3. à nouveau
    overnieuw

Vertaal Matrix voor à nouveau:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
weer climat; conditions atmosphériques; temps
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
andermaal de nouveau; de retour; derechef; en retour; encore; encore une fois; à nouveau encore
nogmaals de nouveau; de retour; derechef; en retour; encore; encore une fois; à nouveau encore une fois
opnieuw de nouveau; de retour; derechef; en retour; encore; encore une fois; à nouveau de nouveau; restauration par progression
overnieuw à nouveau
weder de nouveau; de retour; à nouveau
wederom de nouveau; de retour; derechef; en retour; encore; encore une fois; à nouveau
weer de nouveau; de retour; derechef; en retour; encore; encore une fois; à nouveau de nouveau
weerom de nouveau; de retour; à nouveau
Not SpecifiedVerwante vertalingenAndere vertalingen
nogmaals de nouveau; encore une fois
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
nog een keer de nouveau; encore; une fois de plus; à nouveau
nog eens de nouveau; encore; une fois de plus; à nouveau
weer temps

Wiktionary: à nouveau

à nouveau
adverb
  1. nog een keer, een vorige gebeurtenis herhalend
  2. nog een keer

Cross Translation:
FromToVia
à nouveau opnieuw anew — again
à nouveau wedergeboren born-again — renewed commitment to Jesus Christ

Verwante vertalingen van de nouveau