Overzicht
Frans naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. engagement:
  2. Wiktionary:
Nederlands naar Frans:   Meer gegevens...
  1. engagement:


Frans

Uitgebreide vertaling voor engagement (Frans) in het Nederlands

engagement:

engagement [le ~] zelfstandig naamwoord

  1. l'engagement (complicité)
    de betrokkenheid; de medeplichtigheid
  2. l'engagement (contrat de travail; emploi; fonction; enrôlement)
    het dienstverband
  3. l'engagement (serment; promesse; obligation; parole d'honneur)
    de toezegging; de belofte; de gelofte
    • toezegging [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • belofte [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • gelofte [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
  4. l'engagement (obligation; promesse)
    de verbintenis; de verplichting
  5. l'engagement (serment)
    de eed
    • eed [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
  6. l'engagement (recrutement)
    de werving; de rekrutering
  7. l'engagement (mise en gage)
    de belening; de verpanding
  8. l'engagement (enrôlement; embarquement administratif)
    aanmonsteren
  9. l'engagement (acte de recruter; recrutement)
    rekruteren; de rekrutering

Vertaal Matrix voor engagement:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
aanmonsteren embarquement administratif; engagement; enrôlement
belening engagement; mise en gage
belofte engagement; obligation; parole d'honneur; promesse; serment
betrokkenheid complicité; engagement
dienstverband contrat de travail; emploi; engagement; enrôlement; fonction
eed engagement; serment
gelofte engagement; obligation; parole d'honneur; promesse; serment
medeplichtigheid complicité; engagement complicité
rekruteren acte de recruter; engagement; recrutement
rekrutering acte de recruter; engagement; recrutement
toezegging engagement; obligation; parole d'honneur; promesse; serment
verbintenis engagement; obligation; promesse
verpanding engagement; mise en gage
verplichting engagement; obligation; promesse
werving engagement; recrutement
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
aanmonsteren accompagner en bateau; naviguer avec; s'enrôler; se faire inscrire; être passager d'un navire
rekruteren admettre; attirer; embaucher; engager; prendre; recruter

Synoniemen voor "engagement":


Wiktionary: engagement

engagement
noun
  1. de eerste trap vanuit de middencirkel bij het begin van speeltijd van een voetbalwedstrijd

Cross Translation:
FromToVia
engagement verbintenis; rechtsplicht Verpflichtung — Das, was getan werden müssen, was von einem verlangen oder erwarten wird, die Pflicht

Verwante vertalingen van engagement