Overzicht


Frans

Uitgebreide vertaling voor estampille (Frans) in het Nederlands

estampille:

estampille [la ~] zelfstandig naamwoord

  1. l'estampille (cachet de cire; estampe; cachet; )
    de stempel; de zegel; inktstempel
    • stempel [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • zegel [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • inktstempel [znw.] zelfstandig naamwoord
  2. l'estampille (étalonnage)
    de ijking; de ijk
    • ijking [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • ijk [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
  3. l'estampille (poinçon de garantie; marque de qualité)
    het keurmerk; keurstempel
  4. l'estampille (étalonnage; jauge; indicateur)
    het ijkmerk; de ijk
    • ijkmerk [het ~] zelfstandig naamwoord
    • ijk [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor estampille:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
ijk estampille; indicateur; jauge; étalonnage
ijking estampille; étalonnage
ijkmerk estampille; indicateur; jauge; étalonnage
inktstempel cachet; cachet de cire; cachet à cire; choix; empreinte; estampe; estampille; garant; garantie; garantie d'authenticité; garantie de qualité; marque; poinçon; sceau; tampon; timbre
keurmerk estampille; marque de qualité; poinçon de garantie
keurstempel estampille; marque de qualité; poinçon de garantie
stempel cachet; cachet de cire; cachet à cire; choix; empreinte; estampe; estampille; garant; garantie; garantie d'authenticité; garantie de qualité; marque; poinçon; sceau; tampon; timbre
zegel cachet; cachet de cire; cachet à cire; choix; empreinte; estampe; estampille; garant; garantie; garantie d'authenticité; garantie de qualité; marque; poinçon; sceau; tampon; timbre cachet; sceau; timbre; timbre d'épargne; timbre-quittance

Synoniemen voor "estampille":


estampillé:


Synoniemen voor "estampillé":


estampiller:

estampiller werkwoord (estampille, estampilles, estampillons, estampillez, )

  1. estampiller (timbrer; tamponner)
    stempelen; stempel opdrukken; afstempelen
    • stempelen werkwoord (stempel, stempelt, stempelde, stempelden, gestempeld)
    • stempel opdrukken werkwoord (opdruk stempel, opdrukt stempel, opdrukte stempel, opdrukten stempel, stempel opgedrukt)
    • afstempelen werkwoord (stempel af, stempelt af, stempelde af, stempelden af, afgestempeld)
  2. estampiller (timbrer; marquer)
    keurmerken
    • keurmerken werkwoord (keurmerk, keurmerkt, keurmerkte, keurmerkten, gekeurmerkt)

Conjugations for estampiller:

Présent
  1. estampille
  2. estampilles
  3. estampille
  4. estampillons
  5. estampillez
  6. estampillent
imparfait
  1. estampillais
  2. estampillais
  3. estampillait
  4. estampillions
  5. estampilliez
  6. estampillaient
passé simple
  1. estampillai
  2. estampillas
  3. estampilla
  4. estampillâmes
  5. estampillâtes
  6. estampillèrent
futur simple
  1. estampillerai
  2. estampilleras
  3. estampillera
  4. estampillerons
  5. estampillerez
  6. estampilleront
subjonctif présent
  1. que j'estampille
  2. que tu estampilles
  3. qu'il estampille
  4. que nous estampillions
  5. que vous estampilliez
  6. qu'ils estampillent
conditionnel présent
  1. estampillerais
  2. estampillerais
  3. estampillerait
  4. estampillerions
  5. estampilleriez
  6. estampilleraient
passé composé
  1. ai estampillé
  2. as estampillé
  3. a estampillé
  4. avons estampillé
  5. avez estampillé
  6. ont estampillé
divers
  1. estampille!
  2. estampillez!
  3. estampillons!
  4. estampillé
  5. estampillant
1. je, 2. tu, 3. il/elle/on, 4. nous, 5. vous, 6. ils/elles

Vertaal Matrix voor estampiller:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
afstempelen cachet; estampage; timbrage
keurmerken cachets; estampilles; poinçons; scellés; timbres
stempelen cachet; estampage; estampillage; poinçonnage; timbrage
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
afstempelen estampiller; tamponner; timbrer
keurmerken estampiller; marquer; timbrer
stempel opdrukken estampiller; tamponner; timbrer
stempelen estampiller; tamponner; timbrer cacheter; composter; jouir d'une allocation; oblitérer; pointer; tamponner; timbrer; toucher une allocation; toucher une allocation de chômage

Synoniemen voor "estampiller":


Wiktionary: estampiller

estampiller