Frans

Uitgebreide vertaling voor façade (Frans) in het Nederlands

façade:

façade [la ~] zelfstandig naamwoord

  1. la façade (devanture; pignon)
    de voorgevel; de façade; het front; de voorkant; de gevel; de pui
    • voorgevel [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • façade [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • front [het ~] zelfstandig naamwoord
    • voorkant [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • gevel [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • pui [de ~] zelfstandig naamwoord
  2. la façade (devanture; devant; front)
    de voorgevel; de pui; de gevel; de voorzijde
    • voorgevel [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • pui [de ~] zelfstandig naamwoord
    • gevel [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • voorzijde [de ~] zelfstandig naamwoord
  3. la façade (front)
    de voorkant; het aangezicht; de voorzijde; het front
  4. la façade (couverture; apparence; mascarade; )
    de façade; de schijn; de dekmantel; het voorkomen; het masker
    • façade [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • schijn [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • dekmantel [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • voorkomen [het ~] zelfstandig naamwoord
    • masker [het ~] zelfstandig naamwoord
  5. la façade
    de gevel; de voormuur
    • gevel [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • voormuur [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
  6. la façade
    de gevelwand
  7. la façade (apparence; semblant; simulacre; simulation; trompe-l'oeil)
    de façade; uiterlijke schijn
  8. la façade (front; ligne)
    voorste gedeelte; vooreinde; vooreind

Vertaal Matrix voor façade:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
aangezicht façade; front air; air de quelqu'un; allure; apparence; aspect; dehors; extérieur; face; figure; forme; mine; physionomie; physique; spectacle; visage; visibilité; vision; vue
dekmantel apparence; camouflage; changement d'habits; couverture; devanture; déguisement; façade; manteau; mascarade; masque; pignon; travestissement couvert; manteaux; prétexte; voile
façade apparence; camouflage; changement d'habits; couverture; devanture; déguisement; façade; manteau; mascarade; masque; pignon; semblant; simulacre; simulation; travestissement; trompe-l'oeil comédie; mascarade; simulacre; vue de face
front devanture; façade; front; pignon front; largeur de façade; ligne de combat; vue de face
gevel devant; devanture; façade; front; pignon
gevelwand façade
masker apparence; camouflage; changement d'habits; couverture; devanture; déguisement; façade; manteau; mascarade; masque; pignon; travestissement masque
pui devant; devanture; façade; front; pignon
schijn apparence; camouflage; changement d'habits; couverture; devanture; déguisement; façade; manteau; mascarade; masque; pignon; travestissement apparence; flash; illusion; leurre; lueur; lueur scintillante; lustre; reflet; scintillement; semblant; signal lumineux; trompe-l'oeil; éclair; éclat; étincellement
uiterlijke schijn apparence; façade; semblant; simulacre; simulation; trompe-l'oeil
vooreind façade; front; ligne
vooreinde façade; front; ligne
voorgevel devant; devanture; façade; front; pignon
voorkant devanture; façade; front; pignon vue de face
voorkomen apparence; camouflage; changement d'habits; couverture; devanture; déguisement; façade; manteau; mascarade; masque; pignon; travestissement air; air de quelqu'un; allure; apparence; aspect; dehors; extérieur; figure; forme; mine; physique
voormuur façade
voorste gedeelte façade; front; ligne
voorzijde devant; devanture; façade; front
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
voorkomen advenir; parer à; parer à un inconvénient; prévenir; remédier à; se passer; se présenter
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
voorkomen empêcher; entraver; faire obstacle à; interdire

Synoniemen voor "façade":


Wiktionary: façade

façade
noun
  1. (architecture) Un des côtés d’un bâtiment, d’un édifice, lorsqu’il se présente au spectateur.
façade
noun
  1. de zichtbare buitenmuur van een gebouw, specifiek die aan de voorkant
  2. buitenmuur van een gebouw
  3. gevel aan de voorkant

Cross Translation:
FromToVia
façade façade; gevel façade — face of a building
façade façade façade — deceptive outward appearance
façade voorkant front — main entrance side
façade front; façade front — public face of covert organisation
façade façade Fassade — Vorderansicht eines Gebäudes

Verwante vertalingen van façade



Nederlands

Uitgebreide vertaling voor façade (Nederlands) in het Frans

façade:

façade [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

  1. de façade (dekmantel; schijn; voorkomen; masker)
    l'apparence; la mascarade; le masque; la façade; le déguisement; la couverture; le pignon; la devanture; le travestissement; le manteau; le camouflage; le changement d'habits
  2. de façade (uiterlijke schijn)
    l'apparence; le semblant; le simulacre; la façade; la simulation; le trompe-l'oeil
  3. de façade (pui; voorgevel; front; voorkant; gevel)
    la façade; la devanture; le pignon
    • façade [la ~] zelfstandig naamwoord
    • devanture [la ~] zelfstandig naamwoord
    • pignon [le ~] zelfstandig naamwoord
  4. de façade (schijnvertoning)
    la mascarade; la comédie; le simulacre
  5. de façade (vooraanzicht; voorkant; front)
    la vue de face

Vertaal Matrix voor façade:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
apparence dekmantel; façade; masker; schijn; uiterlijke schijn; voorkomen aangezicht; aanzien; air; allure; buitenkant; exterieur; gedaante; gelaat; iemand zijn uiterlijk; illusie; schijn; schijngestalte; type; uiterlijk; verschijning; vertoon; voorkomen; vorm; weergave
camouflage dekmantel; façade; masker; schijn; voorkomen camouflage; verberging; verborgene; verheling; verhulling; versluiering
changement d'habits dekmantel; façade; masker; schijn; voorkomen
comédie façade; schijnvertoning aanstellerij; blijspel; drama; gemanierdheid; klucht; komedie; schouwspel; stuk; toneel; toneelspel; toneelstuk
couverture dekmantel; façade; masker; schijn; voorkomen afdekkap; beddedeken; beddensprei; bedekking; boekomslag; dak; dakbedekking; dakdekken; dek; dekblad; deken; dekken; dekking; dekkleed; kaft; kap; koepel; omslag; overdekking; overkapping; overtrek; schutblad; sprei
devanture dekmantel; façade; front; gevel; masker; pui; schijn; voorgevel; voorkant; voorkomen etalage; etalageruit; gevel; pui; uitstalkast; uitstalraam; voorgevel; voorzijde; winkelpui; winkelraam; winkelruit
déguisement dekmantel; façade; masker; schijn; voorkomen camouflage; verberging; verbloeming; verborgene; verheling; verhulling; verkleding; vermomming; versluiering
façade dekmantel; façade; front; gevel; masker; pui; schijn; uiterlijke schijn; voorgevel; voorkant; voorkomen aangezicht; front; gevel; gevelwand; pui; vooreind; vooreinde; voorgevel; voorkant; voormuur; voorste gedeelte; voorzijde
manteau dekmantel; façade; masker; schijn; voorkomen halflange herenjas; jack; jak; jas; jasje; jekker; mantel; overjas
mascarade dekmantel; façade; masker; schijn; schijnvertoning; voorkomen
masque dekmantel; façade; masker; schijn; voorkomen larve; masker; mom; mombakkes
pignon dekmantel; façade; front; gevel; masker; pui; schijn; voorgevel; voorkant; voorkomen dakgevel; kamwiel; kettingrad; kettingwiel; kroonrad; topgevel
semblant façade; uiterlijke schijn illusie; schijn
simulacre façade; schijnvertoning; uiterlijke schijn
simulation façade; uiterlijke schijn simulatie; voorwending
travestissement dekmantel; façade; masker; schijn; voorkomen verkleding; vermomming
trompe-l'oeil façade; uiterlijke schijn fata morgana; gezichtsbedrog; illusie; luchtspiegeling; schijn; waan; waanbeeld; waandenkbeeld; waanidee; waanvoorstelling; zinsbegoocheling
vue de face façade; front; vooraanzicht; voorkant vooraanzicht
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
semblant alsof

Verwante woorden van "façade":

  • façaden, façades

Wiktionary: façade

façade
noun
  1. de zichtbare buitenmuur van een gebouw, specifiek die aan de voorkant
façade
noun
  1. (architecture) Un des côtés d’un bâtiment, d’un édifice, lorsqu’il se présente au spectateur.

Cross Translation:
FromToVia
façade façade façade — deceptive outward appearance
façade façade façade — face of a building
façade façade front — public face of covert organisation
façade façade Fassade — Vorderansicht eines Gebäudes