Overzicht
Frans naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. faussaire:
  2. Wiktionary:


Frans

Uitgebreide vertaling voor faussaire (Frans) in het Nederlands

faussaire:

faussaire [le ~] zelfstandig naamwoord

  1. le faussaire (copiste; imitateur; falsificateur)
    nabootser; de imitator; de namaker; de vervalser
    • nabootser [znw.] zelfstandig naamwoord
    • imitator [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • namaker [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • vervalser [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
  2. le faussaire
    verdraaier

Vertaal Matrix voor faussaire:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
imitator copiste; falsificateur; faussaire; imitateur copieur; imitateur; simulateur; suiveur; zélateur
nabootser copiste; falsificateur; faussaire; imitateur copieur; imitateur; simulateur; suiveur; zélateur
namaker copiste; falsificateur; faussaire; imitateur
verdraaier faussaire
vervalser copiste; falsificateur; faussaire; imitateur

Synoniemen voor "faussaire":


Wiktionary: faussaire

faussaire
noun
  1. Celui, celle qui fait un faux

Cross Translation:
FromToVia
faussaire naäper copycat — one who imitates others' work without adding ingenuity
faussaire vervalser forger — Person who falsifies documents with intent to defraud, eg, to create a false will.

Computer vertaling door derden: