Frans

Uitgebreide vertaling voor feu (Frans) in het Nederlands

feu:

feu [le ~] zelfstandig naamwoord

  1. le feu (incendie)
    het vuur; de brand; de fik
    • vuur [het ~] zelfstandig naamwoord
    • brand [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • fik [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
  2. le feu (feu de signalation)
    het stoplicht; het verkeerslicht
  3. le feu (foyer)
    het haardvuur
  4. le feu (tirs; meurtre; chasse)
    schieten; het vuren
    • schieten [znw.] zelfstandig naamwoord
    • vuren [het ~] zelfstandig naamwoord
  5. le feu (passion; fougue; pulsion sexuelle; ardeur; ferveur)
    de passie; de hartstocht; de overgave; de vurigheid; hartstochtelijkheid; het vuur; de gloed
  6. le feu
    het vuurtje
    • vuurtje [het ~] zelfstandig naamwoord
  7. le feu (intensité; force; fougue; )
    de intensiteit; de hevigheid; de kracht; de heftigheid; de felheid
  8. le feu (chaleur; ardeur; fougue)
    de warmte; de gloed; de hitte
    • warmte [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • gloed [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • hitte [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
  9. le feu (ardeur; enthousiasme; inspiration; )
    het enthousiasme; de bezieling; de bevlogenheid; de geestdrift
  10. le feu (mer de feu; flammes; incendie)
    de vuurzee; de vlammenzee

feu bijvoeglijk naamwoord

  1. feu (défunt; mort; morte)
    zaliger

Vertaal Matrix voor feu:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bevlogenheid animation; ardeur; aventure; enthousiasme; exaltation; expérience; feu; inspiration; passion; élan; événement
bezieling animation; ardeur; aventure; enthousiasme; exaltation; expérience; feu; inspiration; passion; élan; événement
brand feu; incendie incendie
enthousiasme animation; ardeur; aventure; enthousiasme; exaltation; expérience; feu; inspiration; passion; élan; événement ardeur; enchantement; enthousiasme; exaltation; extase; exubérance; grande joie; liesse; passion; élan
felheid ardeur; feu; force; fougue; intensité; passion; verve; violence; véhémence ardeur; dynamique; force; intensité; solidité; verve; vigueur; véhémence; énergie
fik feu; incendie
geestdrift animation; ardeur; aventure; enthousiasme; exaltation; expérience; feu; inspiration; passion; élan; événement
gloed ardeur; chaleur; ferveur; feu; fougue; passion; pulsion sexuelle ardeur; ferveur; fougue; lueur; lustre; reflets; rougeoiement; éclat; éclat extérieur
haardvuur feu; foyer
hartstocht ardeur; ferveur; feu; fougue; passion; pulsion sexuelle ardeur; embrasement; ferveur; fougue; passion; verve; zèle; élan
hartstochtelijkheid ardeur; ferveur; feu; fougue; passion; pulsion sexuelle
heftigheid ardeur; feu; force; fougue; intensité; passion; verve; violence; véhémence colère; emportement; violence; véhémence
hevigheid ardeur; feu; force; fougue; intensité; passion; verve; violence; véhémence
hitte ardeur; chaleur; feu; fougue
intensiteit ardeur; feu; force; fougue; intensité; passion; verve; violence; véhémence saturation
kracht ardeur; feu; force; fougue; intensité; passion; verve; violence; véhémence ardeur; capacité; caractère; côté fort; dynamique; dynamisme; force; intensité; poussée; pouvoir; pouvoirs; propulsion; puissance; ressort; solidité; vigueur; vitalité; âme; énergie
overgave ardeur; ferveur; feu; fougue; passion; pulsion sexuelle ambition; application; ardeur; assiduité; attachement; capitulation; caractère passionné; consécration; dévouement; fougue; passion; sollicitude; soumission
passie ardeur; ferveur; feu; fougue; passion; pulsion sexuelle ardeur; embrasement; ferveur; fougue; passion; verve; zèle; élan
schieten chasse; feu; meurtre; tirs
stoplicht feu; feu de signalation
verkeerslicht feu; feu de signalation
vlammenzee feu; flammes; incendie; mer de feu
vuren chasse; feu; meurtre; tirs
vurigheid ardeur; ferveur; feu; fougue; passion; pulsion sexuelle ardeur; ferveur; fougue; tempérament
vuur ardeur; ferveur; feu; fougue; incendie; passion; pulsion sexuelle ardeur; embrasement; ferveur; feu de bois; fougue; passion; verve; zèle; élan
vuurtje feu
vuurzee feu; flammes; incendie; mer de feu
warmte ardeur; chaleur; feu; fougue
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
schieten décharger; faire du tir; ouvrir le feu; tirer
vuren appuyer sur la détente; décharger; faire du tir; ouvrir le feu; tirer
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
zaliger défunt; feu; mort; morte
Not SpecifiedVerwante vertalingenAndere vertalingen
kracht puissance

Synoniemen voor "feu":


Wiktionary: feu

feu
noun
  1. Dégagement d’énergie calorifique par une combustion.
feu
noun
  1. een lichtend verschijnsel dat onstaat wanneer iets verbrandt

Cross Translation:
FromToVia
feu vuur fire — oxidation reaction
feu vuur fire — something that has produced or is capable of producing this chemical reaction
feu brand fire — occurrence of fire in a certain place
feu vuur fire — alchemy: one of the four basic elements
feu vuur fire — India and Japan: one of the five basic elements
feu vuur; stoof; fornuis fire — heater or stove
feu vuur fire — in-flight bullets
feu wijlen late — euphemism for dead
feu verkeerslicht; stoplicht traffic light — signalling device
feu vuur Feuer — Leuchterscheinung und Wärmeabgabe beim Verbrennen
feu vuur Feuer — menschlich kontrollierter Verbrennungsvorgang, hauptsächlich, um die Wärme zu nutzen
feu stoplicht; verkeerslicht Ampel — mit Lichtsignalen ausgestattete Anlage, die zur Regelung des Verkehrs dient
feu wijlen selig — aller Widrigkeiten des Lebens enthoben

Verwante vertalingen van feu