Glace: vertaling Frans

Overzicht

Frans naar Nederlands: Meer gegevens...

glace:
- ijs; bevroren water; spiegel; roomijs; ijsje; consumptie-ijs; consumptieijsjes; ijsjes; kapspiegel; toiletspiegel; lampenglas; spiegelglas
glacé:
- ijzig; ijskoud; steenkoud; bitterkoud; geglaceerd; geglansd; geglazuurd; stervenskoud
Wiktionary:
- glace → ijs, spiegeltje, ijsje, consumptie-ijs, ijsco
- glace → ijs, ijsje, roomijs, spiegel
- glacé → ijskoud

Nederlands naar Frans: Meer gegevens...

glacé:
- gant glacé

Frans

Uitgebreide vertaling voor glace (Frans) in het Nederlands

glace:

glace [la ~] zelfstandig naamwoord

la glace
het ijs
– bevroren water ¹
- ijs [het ~] zelfstandig naamwoord
  - als er ijs op de sloot ligt, gaan we schaatsen¹
bevroren water
- bevroren water [znw.] zelfstandig naamwoord
la glace
het ijs
– bevroren water ¹
- ijs [het ~] zelfstandig naamwoord
  - als er ijs op de sloot ligt, gaan we schaatsen¹
la glace (mirroir)
de spiegel
- spiegel [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
la glace (crème glacée; glaces; sorbet; parfait)
het roomijs; het ijsje; het consumptie-ijs
- roomijs [het ~] zelfstandig naamwoord
- ijsje [het ~] zelfstandig naamwoord
- consumptie-ijs [het ~] zelfstandig naamwoord
het ijs
– bevroren mengsel van melk, suiker, vruchten enz. ¹
- ijs [het ~] zelfstandig naamwoord
  - ik wil graag aardbeienijs¹
la glace (glaces; crème glacée; parfait; sorbet)
consumptieijsjes; de ijsjes
- consumptieijsjes [znw.] zelfstandig naamwoord
- ijsjes [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.
la glace (psyché; glace de toilette; miroir)
de kapspiegel; de toiletspiegel
- kapspiegel [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
- toiletspiegel [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
la glace (verre de lampe; verre d'ampoule)
het lampenglas
- lampenglas [het ~] zelfstandig naamwoord
la glace (verre à miroirs)
het spiegelglas
- spiegelglas [het ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor glace:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
bevroren water	glace
consumptie-ijs	crème glacée; glace; glaces; parfait; sorbet
consumptieijsjes	crème glacée; glace; glaces; parfait; sorbet
ijs	crème glacée; glace; glaces; parfait; sorbet
ijsje	crème glacée; glace; glaces; parfait; sorbet
ijsjes	crème glacée; glace; glaces; parfait; sorbet
kapspiegel	glace; glace de toilette; miroir; psyché
lampenglas	glace; verre d'ampoule; verre de lampe	verre de lampe
roomijs	crème glacée; glace; glaces; parfait; sorbet	crème glacée
spiegel	glace; mirroir
spiegelglas	glace; verre à miroirs	verre à glace
toiletspiegel	glace; glace de toilette; miroir; psyché

Synoniemen voor "glace":

banquise; iceberg; glaçon; sorbet; miroir; gèle; cire; psyché; rafraîchissement; boisson; consommation; verglas; givre; vitre; carreau; vitrine

Wiktionary: glace

glace

noun

Eau à l’état solide.
- glace → ijs
Petit miroir.
- glace → spiegeltje
Crème glacée.
- glace → ijsje
Traductions à trier suivant le sens
- glace → ijs; consumptie-ijs; ijsje; ijsco

glace

noun

een van roomijs of waterijs vervaardigde lekkernij
- ijsje → glace; crème glacée

Cross Translation:

From	To	Via
• glace	→ ijs	↔ ice — water in frozen form
• glace	→ ijs; ijsje	↔ ice — frozen dessert
• glace	→ ijs; roomijs	↔ ice cream — dessert
• glace	→ spiegel	↔ mirror — smooth reflecting surface
• glace	→ ijs; ijsje	↔ Eis — kurz für: Speiseeis, eine gefrorene Süßspeise
• glace	→ ijs	↔ Eis — Wasser im festen Aggregatzustand; gefrorenes Wasser
• glace	→ roomijs	↔ Speiseeis — Lebensmittel: Süßspeise aus Flüssigkeiten wie Wasser, Milch und Sahne, Zucker, möglicherweise Eigelb und vielfältigen geschmacksgebenden Zutaten wie Frucht, Vanille, Kakao und anderen, die meist unter Aufschlagen oder Rühren zu einer Crème gefroren wird

glacé:

glacé bijvoeglijk naamwoord

glacé (froid comme la glace; gelé; rudement froid)
ijzig; ijskoud; steenkoud; bitterkoud
- ijzig bijvoeglijk naamwoord
- ijskoud bijvoeglijk naamwoord
- steenkoud bijvoeglijk naamwoord
- bitterkoud bijvoeglijk naamwoord
glacé (verni; gelé)
geglaceerd; geglansd
- geglaceerd bijvoeglijk naamwoord
- geglansd bijvoeglijk naamwoord
glacé (verni; gelé)
geglaceerd; geglazuurd
- geglaceerd bijvoeglijk naamwoord
- geglazuurd bijvoeglijk naamwoord
glacé (gelé; glacial)
ijskoud; stervenskoud
- ijskoud bijvoeglijk naamwoord
- stervenskoud bijvoeglijk naamwoord

Vertaal Matrix voor glacé:

Bijvoeglijk Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
bitterkoud	froid comme la glace; gelé; glacé; rudement froid
geglansd	gelé; glacé; verni
geglazuurd	gelé; glacé; verni
ijskoud	froid comme la glace; gelé; glacial; glacé; rudement froid
ijzig	froid comme la glace; gelé; glacé; rudement froid
steenkoud	froid comme la glace; gelé; glacé; rudement froid
Bijwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
geglaceerd	gelé; glacé; verni
stervenskoud	gelé; glacial; glacé

Synoniemen voor "glacé":

figé; contraint; immobile; paralysé; pétrifié; raide; sclérosé; statufié; stéréotypé; transi; frigide; froid; insensible; frissonnant; frémissant; gelé; grelottant; morfondu; tremblant; frisquet; flegmatique; glacial; distant; austère; impassible; sérieux; posé; réservé; sévère; froidure; froideur; fraîcheur; frais; engourdi; refroidi; frappé; hivernal; polaire; lisse; poli; égal; lustré; verni; satiné; longeron; médusé; stupéfié; interdit; saisi; terrifié; ébahi; épouvanté

Wiktionary: glacé

Cross Translation:

From	To	Via
• glacé	→ ijskoud	↔ ice-cold — as cold as ice

Verwante vertalingen van glace

Nederlands

Uitgebreide vertaling voor glace (Nederlands) in het Frans

glacé:

glacé [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

de glacé (glacéhandschoen)
le gant glacé
- gant glacé [le ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor glacé:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
gant glacé	glacé; glacéhandschoen

Verwante woorden van "glacé":

glacés

Verwante vertalingen van glace

glacé handschoenen

Franse en Nederlandse zoekresultaten voor: glace

Uitgebreide vertaling voor glace (Frans) in het Nederlands

glace:

glace [la ~] zelfstandig naamwoord

la glace

la glace

la glace (mirroir)

la glace (crème glacée; glaces; sorbet; parfait)

la glace (glaces; crème glacée; parfait; sorbet)

la glace (psyché; glace de toilette; miroir)

la glace (verre de lampe; verre d'ampoule)

la glace (verre à miroirs)

Vertaal Matrix voor glace:

Synoniemen voor "glace":

Wiktionary: glace

glacé:

glacé bijvoeglijk naamwoord

glacé (froid comme la glace; gelé; rudement froid)

glacé (verni; gelé)

glacé (verni; gelé)

glacé (gelé; glacial)

Vertaal Matrix voor glacé:

Synoniemen voor "glacé":

Wiktionary: glacé

Verwante vertalingen van glace

Uitgebreide vertaling voor glace (Nederlands) in het Frans

glacé:

glacé [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

de glacé (glacéhandschoen)

Vertaal Matrix voor glacé:

Verwante woorden van "glacé":

Verwante vertalingen van glace