Overzicht
Frans naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. gomme:
  2. gommé:
  3. gommer:
  4. Wiktionary:


Frans

Uitgebreide vertaling voor gomme (Frans) in het Nederlands

gomme:

gomme [la ~] zelfstandig naamwoord

  1. la gomme
    de gom
    • gom [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
  2. la gomme (caoutchouc)
    de rubber
    • rubber [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor gomme:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
gom gomme
rubber caoutchouc; gomme

Synoniemen voor "gomme":


Wiktionary: gomme

gomme
noun
  1. Ustensile pour effacer
    • gommegum
  2. Traduction à trier
gomme
noun
  1. een gum
  2. een kleverige vloeistof die wordt gemaakt van het sap van bomen
  3. een object waarmee potlood weer weggehaald kan worden
  4. stuk rubber dat door wrijven grafiet (potloodschrift) van papier kan verwijderen

Cross Translation:
FromToVia
gomme gum; gom eraser — thing used to erase something written or drawn
gomme gum rubber — eraser
gomme rubber GummiKautschukprodukt, Material für weitere Endprodukte

gommé:

gommé bijvoeglijk naamwoord

  1. gommé (collé)
    gelijmd; gegomd

Vertaal Matrix voor gommé:

Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
gegomd collé; gommé
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
gelijmd collé; gommé

gommer:

gommer werkwoord (gomme, gommes, gommons, gommez, )

  1. gommer (effacer; enlever; essuyer; )
    wissen; uitwissen; wegvegen; uitvegen; vlakken; uitgommen; uitvlakken
    • wissen werkwoord (wis, wist, wiste, wisten, gewist)
    • uitwissen werkwoord (wis uit, wist uit, wiste uit, wisten uit, uitgewist)
    • wegvegen werkwoord (veeg weg, veegt weg, veegde weg, veegden weg, weggeveegd)
    • uitvegen werkwoord (veeg uit, veegt uit, veegde uit, veegden uit, uitgeveegd)
    • vlakken werkwoord (vlak, vlakt, vlakte, vlakten, gevlakt)
    • uitgommen werkwoord (gom, gomt, gomde, gomden, uitgegomd)
    • uitvlakken werkwoord (vlak uit, vlakt uit, vlakte uit, vlakten uit, uitgevlakt)

Conjugations for gommer:

Présent
  1. gomme
  2. gommes
  3. gomme
  4. gommons
  5. gommez
  6. gomment
imparfait
  1. gommais
  2. gommais
  3. gommait
  4. gommions
  5. gommiez
  6. gommaient
passé simple
  1. gommai
  2. gommas
  3. gomma
  4. gommâmes
  5. gommâtes
  6. gommèrent
futur simple
  1. gommerai
  2. gommeras
  3. gommera
  4. gommerons
  5. gommerez
  6. gommeront
subjonctif présent
  1. que je gomme
  2. que tu gommes
  3. qu'il gomme
  4. que nous gommions
  5. que vous gommiez
  6. qu'ils gomment
conditionnel présent
  1. gommerais
  2. gommerais
  3. gommerait
  4. gommerions
  5. gommeriez
  6. gommeraient
passé composé
  1. ai gommé
  2. as gommé
  3. a gommé
  4. avons gommé
  5. avez gommé
  6. ont gommé
divers
  1. gomme!
  2. gommez!
  3. gommons!
  4. gommé
  5. gommant
1. je, 2. tu, 3. il/elle/on, 4. nous, 5. vous, 6. ils/elles

Vertaal Matrix voor gommer:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
uitgommen aplanir; aplatir; balayer; effacer; enlever; entraîner; essuyer; faire disparaître; gommer; torcher
uitvegen aplanir; aplatir; balayer; effacer; enlever; entraîner; essuyer; faire disparaître; gommer; torcher
uitvlakken aplanir; aplatir; balayer; effacer; enlever; entraîner; essuyer; faire disparaître; gommer; torcher
uitwissen aplanir; aplatir; balayer; effacer; enlever; entraîner; essuyer; faire disparaître; gommer; torcher
vlakken aplanir; aplatir; balayer; effacer; enlever; entraîner; essuyer; faire disparaître; gommer; torcher
wegvegen aplanir; aplatir; balayer; effacer; enlever; entraîner; essuyer; faire disparaître; gommer; torcher balayer; effacer
wissen aplanir; aplatir; balayer; effacer; enlever; entraîner; essuyer; faire disparaître; gommer; torcher effacer

Synoniemen voor "gommer":


Wiktionary: gommer


Cross Translation:
FromToVia
gommer uitschakelen; opruimen; verwijderen; uit de weg ruimen beseitigen — etwas beiseite schaffen; etwas entfernen

Verwante vertalingen van gomme