Overzicht
Frans naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. gras:
  2. Wiktionary:
Nederlands naar Frans:   Meer gegevens...
  1. gras:
  2. Wiktionary:


Frans

Uitgebreide vertaling voor gras (Frans) in het Nederlands

gras:

gras bijvoeglijk naamwoord

  1. gras (lourd; potelé; épaisse; )
    vet; vettig
    • vet bijvoeglijk naamwoord
    • vettig bijvoeglijk naamwoord
  2. gras (corpulent; gros; obèse; )
    dik; lijvig; vet; zwaar van lijf
  3. gras (graisseux)
    smeerachtig
  4. gras (adipeux; riche en graisse)
    vetrijk; vethoudend

gras [le ~] zelfstandig naamwoord

  1. le gras (graisse; matières grasses; huile)
    de reuzel; het vet; de olie; de smeer
    • reuzel [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • vet [het ~] zelfstandig naamwoord
    • olie [de ~] zelfstandig naamwoord
    • smeer [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
  2. le gras
    vet
    • vet bijvoeglijk naamwoord

Vertaal Matrix voor gras:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
dik dépôt; résidu; sédiment
olie graisse; gras; huile; matières grasses crème solaire; huile; huile de moteur; kérosène; pétrole
reuzel graisse; gras; huile; matières grasses saindoux
smeer graisse; gras; huile; matières grasses baume; onguent; pommade
vet graisse; gras; huile; matières grasses
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
dik corpulent; corpulente; gras; grasse; gros; grosse; obèse; épais; épaisse adipeux; corpulent; fort; gros; lourd; obèse; volumineux; épais
lijvig corpulent; corpulente; gras; grasse; gros; grosse; obèse; épais; épaisse adipeux; corpulent; fort; gros; grosse; lourd; obèse; volumineuse; volumineux; épais
vet consistant; corpulent; corpulente; enflé; fort; gras; grasse; gros; grosse; lourd; obèse; potelé; replet; volumineuse; volumineux; épais; épaisse
vetrijk adipeux; gras; riche en graisse
vettig consistant; corpulent; enflé; fort; gras; gros; lourd; obèse; potelé; replet; volumineuse; volumineux; épaisse
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
smeerachtig graisseux; gras
vethoudend adipeux; gras; riche en graisse
zwaar van lijf corpulent; corpulente; gras; grasse; gros; grosse; obèse; épais; épaisse

Synoniemen voor "gras":


Wiktionary: gras

gras
noun
  1. gladde, zeer vette vloeistoffen, smeermiddelen
  2. gespecialiseerd dierlijk weefsel

Cross Translation:
FromToVia
gras vet; vetgedrukt bold — having thicker strokes than the ordinary form of the typeface
gras vetlaag; vet fat — specialized animal tissue
gras vet fat — refined substance chemically resembling the oils in animal fat

Verwante vertalingen van gras



Nederlands

Uitgebreide vertaling voor gras (Nederlands) in het Frans

gras:

gras [de ~] zelfstandig naamwoord

  1. de gras (grasmat; mat)
    la pelouse; le gazon; l'herbe; le tapis; le paillasson
    • pelouse [la ~] zelfstandig naamwoord
    • gazon [le ~] zelfstandig naamwoord
    • herbe [la ~] zelfstandig naamwoord
    • tapis [le ~] zelfstandig naamwoord
    • paillasson [le ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor gras:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
gazon gras; grasmat; mat gazon; grasperk; grasveld; graszode; plag; zode
herbe gras; grasmat; mat ganja; hennep; marihuana; stuff; weed; wied; wiet
paillasson gras; grasmat; mat beddekleedje; deurkleedje; deurmat; kokosmat; mat; pispaal; stromat; uitslover; vloermat; voetveeg
pelouse gras; grasmat; mat bloemperk; gazon; grasperk; grasveld; perk
tapis gras; grasmat; mat karpet; kleed; mat; onderleggers; onderzetters; placemats; tafelmatjes; tapijt; tapijten; tapijtje; vloerbedekking; vloerkleed; vloermat

Verwante woorden van "gras":

  • grassen

Verwante definities voor "gras":

  1. groene plant met lange smalle blaadjes1
    • het weiland staat vol gras1

Wiktionary: gras

gras
noun
  1. botan|fr (sens strict) Un végétal vert, monocotylédone ou dicotylédone, à tige fine et molle car non ligneuse (pas un tronc ni une stipe), vivace ou annuel, et qui perd tiges et feuilles en hiver.

Cross Translation:
FromToVia
gras herbe grass — ground cover plant

Verwante vertalingen van gras