Imagination: vertaling Frans

Overzicht

Frans naar Nederlands: Meer gegevens...

imagination:
- fantasie; verbeelding; verbeeldingskracht; voorstellingsvermogen; hallucinatie; zinsbegoocheling; hersenschim; spookbeeld
Wiktionary:
- imagination → verbeelding, fantasie
- imagination → verbeelding

Frans

Uitgebreide vertaling voor imagination (Frans) in het Nederlands

l'imagination (fantaisie; fantasme; chimère; illusion; fiction; figuration; lubie; hallucination)
de fantasie; de verbeelding
- fantasie [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- verbeelding [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
l'imagination (faculté imaginative)
de verbeeldingskracht; het voorstellingsvermogen
- verbeeldingskracht [de ~] zelfstandig naamwoord
- voorstellingsvermogen [het ~] zelfstandig naamwoord
l'imagination (hallucination; idée; vision; leurre; chimère; illusion; lubie; anamorphose)
de hallucinatie; de zinsbegoocheling
- hallucinatie [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- zinsbegoocheling [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
l'imagination (chimère; fantôme; hantise; vision; fantasme)
de hersenschim; het spookbeeld
- hersenschim [de ~] zelfstandig naamwoord
- spookbeeld [het ~] zelfstandig naamwoord

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
fantasie	chimère; fantaisie; fantasme; fiction; figuration; hallucination; illusion; imagination; lubie
hallucinatie	anamorphose; chimère; hallucination; idée; illusion; imagination; leurre; lubie; vision
hersenschim	chimère; fantasme; fantôme; hantise; imagination; vision	anamorphose; chimère; hallucination; illusion; rêve; vision de rêve; vision hallucinatoire
spookbeeld	chimère; fantasme; fantôme; hantise; imagination; vision
verbeelding	chimère; fantaisie; fantasme; fiction; figuration; hallucination; illusion; imagination; lubie
verbeeldingskracht	faculté imaginative; imagination
voorstellingsvermogen	faculté imaginative; imagination
zinsbegoocheling	anamorphose; chimère; hallucination; idée; illusion; imagination; leurre; lubie; vision	hallucination; illusion; illusion d'optique; mirage; trompe-l'oeil

imagination

noun

Faculté d’imaginer, de se représenter quelque chose dans l’esprit. (Sens général).
- imagination → verbeelding

imagination

noun

vermogen om nieuwe gedachten te kunnen vormen, mogelijk niet altijd op waarheid berust
- fantasie → imagination

Cross Translation:

From	To	Via
• imagination	→ verbeelding	↔ imagination — image-making power of the mind