Frans

Uitgebreide vertaling voor imparfait (Frans) in het Nederlands

imparfait:

imparfait bijvoeglijk naamwoord

  1. imparfait (défectueux; inférieur; défectueuse)
    gebrekkig; ondeugdelijk
  2. imparfait
    onvolkomen; onvolmaakt
  3. imparfait (incomplet; inachevé)
    incompleet; onvolledig
  4. imparfait (incapable; inférieur; inapte; )
    incapabel; onbekwaam; incompetent; ongeschikt
  5. imparfait (à l'eau; épouvantable; maudit; )
    knudde
    • knudde bijvoeglijk naamwoord

Vertaal Matrix voor imparfait:

Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
gebrekkig défectueuse; défectueux; imparfait; inférieur maladroit; maladroitement; malhabile
incapabel défectueuse; défectueux; imparfait; inapte; inapte à; incapable; incompétent; inférieur; non autorisé; sans compétence; sans qualification ignorant
incompetent défectueuse; défectueux; imparfait; inapte; inapte à; incapable; incompétent; inférieur; non autorisé; sans compétence; sans qualification inapte à; incapable; incompétent; non autorisé; sans compétence; sans qualification
incompleet imparfait; inachevé; incomplet
knudde défectueuse; défectueux; imparfait; inférieur à; lamentable; maudit; à l'eau; épouvantable
onbekwaam défectueuse; défectueux; imparfait; inapte; inapte à; incapable; incompétent; inférieur; non autorisé; sans compétence; sans qualification
ondeugdelijk défectueuse; défectueux; imparfait; inférieur de second ordre; faible; inférieur; mauvais; médiocre; méprisable; pauvre; subalterne
ongeschikt défectueuse; défectueux; imparfait; inapte; inapte à; incapable; incompétent; inférieur; non autorisé; sans compétence; sans qualification
onvolkomen imparfait inachevé; incomplet
onvolledig imparfait; inachevé; incomplet
onvolmaakt imparfait

Synoniemen voor "imparfait":


Wiktionary: imparfait

imparfait
adjective
  1. Qui n’est pas parfait.

Cross Translation:
FromToVia
imparfait onvoltooid verleden tijd imperfect — past tense
imparfait onvoltooid tegenwoordige tijd; OTT present imperfect — grammatical tense
imparfait onvoltooid verleden tijd simple past — the simple past