Overzicht
Frans naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. jour:
  2. à jour:
  3. Wiktionary:


Frans

Uitgebreide vertaling voor jour (Frans) in het Nederlands

jour:

jour [le ~] zelfstandig naamwoord

  1. le jour (journée)
    de dag
    • dag [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor jour:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
dag jour; journée
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
dag au revoir
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
dag au revoir; salut

Synoniemen voor "jour":


Wiktionary: jour

jour
noun
  1. Période de vingt-quatre heures
  2. Percement par lequel la lumière peut pénétrer
jour
noun
  1. licht van de zon

Cross Translation:
FromToVia
jour etmaal; dag day — period of 24 hours
jour dag; etmaal day — period from midnight to the following midnight
jour dag day — rotational period of a planet
jour dag day — part of a day period which one spends at one’s job, school, etc.
jour dag day — period between sunrise and sunset
jour daglicht daylight — light from the sun
jour dag Tag — Zeitraum zwischen Morgendämmerung und Sonnenuntergang
jour dag Tagnur Plural: Zeitraum, den jemand durchlebt oder erlebt
jour dag Tag — Zeitspanne von 24 Stunden

à jour:

à jour bijwoord

  1. à jour
    actueel

Vertaal Matrix voor à jour:

Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
actueel à jour actuel; au goût du jour; d'actualité; d'aujourd'hui; moderne; à la page

Wiktionary: à jour

à jour
adjective
  1. Correspondant à l’état actuel du savoir, du progrès, aux derniers développements, etc.
    • à jourbij

Verwante vertalingen van jour